Is de snorfiets wel de boosdoener?

vrijdag 17 februari 2017
timer 13 min
Snorfietsen zijn populair. Je mag er zonder helm mee op het fietspad rijden, gratis parkeren op de stoep en bij aankomst op je bestemming ben je niet bezweet en je haar zit nog goed. De maximum toegestane snelheid van 25 km/uur is geen bezwaar, want je kunt het apparaat gemakkelijk opvoeren.

Snorfietsen zijn breed en lijken meer op een scooter dan op een fiets met hulpmotor. Ondanks scherpe handhaving rijden snorfietsen op de fietspaden in Amsterdam gemiddeld bijna net zo snel als bromfietsen waarvoor wel een helmplicht bestaat. Eigenlijk hebben alleen de kentekens een andere kleur. Geen wonder dat fietsers zich in het nauw gedreven voelen op smalle fietspaden als zo’n breed snelheidsmonster hen wil passeren.

Lobby bij IenM
Heel begrijpelijk dat de Fietsersbond in Amsterdam de snorfiets van het fietspad wil, weren en liever nog, een algemeen verbod op snorfietsen. De gemeente Amsterdam gaat daarin mee en lobbyde al jaren bij het ministerie van IenM voor een mogelijkheid om het snorfietsgebruik binnen de ring te kunnen verbieden. In november jl. kwam de minister de gemeente een beetje tegemoet met een voorstel voor een aanpassing van de wegenverkeerswet 1994. De aanpassing moet het mogelijk maken snorfietsen onder bepaalde omstandigheden op specifieke wegsegmenten te weren van het fietspad en te sturen naar de rijbaan alwaar een helmplicht zal gelden. Logistiek is dat heel omslachtig. De gemeente Amsterdam heeft berekend dat daarvoor zo’n 6000 extra borden nodig zijn en dat er 60 doorsteekjes gemaakt moeten worden om de snorfiets binnen de ring naar de rijweg te leiden.

Reacties tot 7 januari
Tot 7 januari kon op het voorstel van de minister gereageerd worden. Dat is massaal gedaan. Er zijn meer dan 2000 reacties binnengekomen bij het ministerie. Er was ook een reactie bij van slechtziende fietsers namens de MaculaVereniging[2]. De MaculaVereniging, is de landelijke vereniging van mensen die door degeneratie van de macula - het midden van het netvlies van het oog - een onscherp visueel beeld hebben. Maculadegeneratie is de belangrijkste oorzaak van slechtziendheid op oudere leeftijd. Omdat slechtzienden vaak geen auto meer durven of mogen besturen zijn zij geheel aangewezen op de fiets om zich efficiënt te verplaatsen. Gedreven door de wens zelfstandig te blijven, nemen zij deel aan het fietsverkeer.


fig 1. Snorfietser

12 januari Kick off-bijeenkomst
Vooruitlopend op het definitieve besluit van de minister organiseerde de gemeente Amsterdam op 12 januari een kick off-bijeenkomst waar belanghebbende organisaties hun mening konden geven over de wijze waarop de gemeente volgens het voorstel de snorfiets van het fietspad wil gaan weren[3].

Daar heb ik het standpunt van de MaculaVereniging vertolkt. Als het aan de minister ligt mogen wegbeheerders snorfietsen wel weren van het fietspad op een wegsegment als snorfietsen er bij drukte de capaciteit van het fietspad hinderlijk beperken. Deze ‘capaciteitsfactor in relatie tot snorfietsen’ lijkt me een lastig toe te passen criterium. Immers, snorfietsen rijden sneller dan de andere fietsers, ook als ze niet opgevoerd zijn. De andere fietsers worden dus niet door langzaam rijdende snorfietsers opgehouden. Maatregelen om bij drukte snorfietsen van het fietspad te halen, verhogen de capaciteit van het fietspad dus niet, wel het gevoel van veiligheid.

Wat de capaciteit van fietspaden wel verhoogt is de breedte van het fietspad en de aanwezigheid van vergevingsgezinde ruimte (schrikstrook) aan weerszijden van het pad. In oude binnensteden zoals die van Amsterdam is daar geen ruimte voor. Desondanks zijn er op grote schaal te smalle fietspaden in Amsterdam aangelegd, vaak ten koste van de ruimte voor voetgangers (zie figuren hieronder).


fig 2a.Er is weinig ruimte in de van Baerlestraat voor een vrijliggend fietspad met vergevingsgezinde rand...

fig 2b... met alle gevolgen van dien ( Foto Joke Goosens)


fig 2c.Fietspad is hier aangelegd naast een trottoir dat ook dienst doet als parkeerplaats

De randen van de fietspaden staan vol met obstakels – verkeersborden, lichtmasten, prullenbakken, fietsparkeerplaatsen – omdat daarvoor geen alternatieve plekken op de stoep zijn. Op twee meter brede fietspaden – de minimumbreedte - met obstakels op de rand kunnen moderne stadsfietsen met brede sturen elkaar niet passeren. En dan heb ik het nog niet eens over bakfietsen die door hun lage snelheid de doorstroming op het fietspad wél degelijk belemmeren.

Maar, zorgwekkender voor fietsers met maculadegeneratie is dat fietspaden binnen de bebouwde kom een slecht zichtbaar, grillig verloop hebben zonder vergevingsgezinde randen. Onderstaande foto´s (figuur 3 en 4) doen vermoeden dat er een taboe is op het goed zichtbaar maken van het verloop van fietspaden binnen de bebouwde kom.

fig 3.Fietspad zonder kantmarkering met obstakel op de rand van een scherpe bocht

fig 4. Kantmarkering van fietspad in de Van Baerlestraat stopt op een plek waar het pad gaat afbuigen. Onlangs is na de herinrichting ook dat stuk markering weggehaald

Duurzaam Veilig

Zulke onduidelijke situaties lokken enkelvoudige fietsongevallen uit: de oorzaak van het almaar groeiend aantal ernstige verkeersgewonden en verkeersdoden in Nederland. Bij bestuurders en wegbeheerders is dit een onderschat probleem. Zij nemen vanuit de theorie van Duurzaam Veilig nog steeds aan dat de fietsveiligheid altijd gebaat is bij vrijliggende fietspaden, ook als daar weinig ruimte voor is.

In 1997 was men bij het formuleren van die theorie niet bekend met de ernst van het fenomeen van de ernst van enkelvoudige fietsongevallen omdat die niet voorkwamen in de ongevallenregistratie. Enkelvoudige fietsongevallen nemen al jaren onrustbarend toe, ook nadat in 2006 daarover voor het eerst gepubliceerd werd[4]. Tegenwoordig is meer dan de helft van het totale aantal ernstige verkeersgewonden het slachtoffer van een enkelvoudig fietsongeval en van de dodelijke fietsongevallen inmiddels bijna de helft[5] (Zie grafiek hieronder).

fig 5. Een dalende trend in het aantal dodelijke fietsslachtoffers met betrokkenheid van motorvoertuigen gaat gepaard met een stijging van het aantal dodelijke enkelvoudige fietsongevallen

Het taboe op lengtemarkering

De weerstand tegen lengtemarkeringen in de bebouwde kom is terug te voeren op de Duurzaam-Veilig-theorie. Zo hebben lengtemarkeringen binnen deze theorie als hoofdfunctie de herkenbaarheid van het wegtype waarop de automobilist rijdt. Dat helpt de bestuurder te doen wat van hem verwacht wordt: waar hij met welke snelheid mag rijden.

Uit een metastudie van Van Driel en Davidse bleek dat verschillende soorten kantmarkeringen op zichzelf geen effect hebben op de snelheid van de automobilist en daarmee geschikt zijn om wegtypes herkenbaar te maken. Uit dezelfde studie blijkt dat het aanbrengen van kantmarkering langs een wegsegment wel snelheid verhogend kan werken als er daarvoor geen asmarkering was.

Op zichzelf is dat geen bijzonder gegeven. Immers door asmarkering of kantmarkering heb je beter zicht op de weg en kun je in de verleiding komen sneller te rijden. Verrassend genoeg wordt in het artikel kantmarkering geïnterpreteerd als een maatregel die leidt tot onveiligheid. Ontwerpers met een verkeerskundige achtergrond hebben daaruit afgeleid dat in de bebouwde kom lengtemarkeringen vermeden moeten worden omwille van de veiligheid van de kwetsbare verkeersdeelnemers.

Daarbij krijgen ze bijval van ontwerpers met een stedenbouwkundige achtergrond die vanwege esthetische overwegingen menen dat lengtemarkeringen niet passen bij het karakter van verblijfsgebieden, ook al wordt er gefietst of auto gereden [6]. Zo wordt binnen de theorie van Duurzaam Veilig lengtemarkering alleen gebruikt voor de herkenbaarheid van wegtypes en wegindelingen. Daarmee gaan de aanhangers van de theorie voorbij aan de primaire functie van lengtemarkering: visuele geleiding om koers te houden. Elke verkeersdeelnemer heeft enige vorm van visuele geleiding nodig, ook fietsers en voetgangers.

Door binnen de bebouwde kom lengtemarkeringen achterwege te laten worden de kwetsbare fietsers en voetgangers benadeeld. Ook zij hebben visuele geleiding nodig om hun weg te bepalen en koers te houden. Zij hebben net als iedereen recht op een voor hen goed zichtbare route om op een gelijkwaardige manier aan het verkeer deel te nemen.

Vanuit de theorie van Duurzaam Veilig is de sterke groei van enkelvoudige fietsongevallen moeilijk te verklaren. Er is wel een poging gedaan, maar die vind ik niet overtuigend[7]. In het SWOV rapport 2013-4, 'Duurzaam Veilig, ook voor ernstig verkeersgewonden', wordt zelfs voorgesteld een apart netwerk met herkenbare wegtypes voor fietsen te ontwikkelen. Daar is in binnensteden geen ruimte voor.

In het rapport wordt ook niet verwezen naar het artikel in Verkeerskunde van 2007 [8] waarin voor het eerst gewezen werd op een mogelijke relatie tussen de gebrekkige zichtbaarheid van fietsroutes en het grote aantal ernstige enkelvoudige fietsongevallen. Ook wordt in dit rapport niet verwezen naar de publicatie in Ergonomics van 2011[9] waarin die relatie is onderzocht en bevestigd.

Vooral de laatste publicatie kon moeilijk genegeerd worden omdat deze in 2012 meerdere malen beloond is met de prestigieuze ‘Liberty Mutual’ prijzen voor ergonomie en veiligheid. In navolging daarvan heb ik alleen in Vlaanderen de uitvoering van betere richtlijn voor kantmarkering van fietspaden gezien (zie figuur hieronder).

 

fig 6. Kantmarkering volgens de nieuwe richtlijnen in Vlaanderen: breed, hoog contrast, goed voelbaar en a-niveau

Verbeteren van Fietsroutes

Het eerste waar de MaculaVereniging [2] aan dacht als het over het vergroten van de capaciteit van fietsroutes gaat, is niet het weren van snorfietsen maar het verbreden van fietsroutes, het wegnemen van obstakels op en naast de route en het beter zichtbaar maken van het verloop.

De fietsstrook is de meest voor de hand liggende oplossing als er weinig ruimte is. Een fietsstrook langs de rijweg heeft geen obstakels en ook geen grillig verloop. De markering ter linker zijde geeft visuele geleiding voor de fietsers die dat (bij duisternis) nodig hebben en biedt snorfietsen ruime gelegenheid fietsers te passeren. Indien gewenst kan een rabatstrook het gemotoriseerde verkeer op veilige afstand houden van de rand van de fietsstrook. Fietsstroken zijn trouwens ook veiliger over te steken voor voetgangers omdat ze zijn opgenomen in de verkeersregeling.

Twijfels over fietsongevallenregistratie

Ten slotte heb ik enige twijfels bij de fietsongevallenregistratie op 50 km wegen in Amsterdam. Bij kruispunten hebben deze wegen vaak onoverzichtelijke stukjes fietspad met obstakels. Die stukjes fietspad staan niet geregistreerd in de database van wegtypes, in ieder geval niet die van de Willemsparkweg waarover ik al eerder gepubliceerd heb in Verkeerskunde[10]. Ongevallen op zulke locaties worden niet geregistreerd als ongevallen op een fietspad maar op een 50 km weg zoals in de bijgaande foto te zien is (zie figuren 7a,7b en 7c hieronder).


fig 7a. Obstakel aan het begin van het fietspad dat niet is opgenomen in de databank met fietspaden. Plaats: kruising Willemsparkweg – Cornelis Schuytstraat


fig 7b. Obstakel aan het begin van het fietspad dat niet is opgenomen in de databank met fietspaden. Plaats: kruising Willemsparkweg – Jacob Obrechtstraat

 

Klik hier voor een vergroting 

fig 7c.Kaartje met fietspaden waarop de gemeente Amsterdam de snorfietsen wil weren (20 febr 2017). Te zien is dat de stukjes fietspad op de Willemsparkweg (7a en 7b) niet zijn opgenomen in de databank. Dit betekent dat ongevallen die hier plaatsvinden automatisch worden toegeschreven aan 50 km-wegen met fietsstroken. Dit vervuilt de ongevallenregistratie. 

Ik snap wel dat niet alle fietspaden meteen in fietsstroken kunnen worden teruggezet, maar ik begrijp niet waarom de gemeente Amsterdam nog steeds zulke fietsstroken wil vervangen door te smalle fietspaden. Fietsers zijn nu niet veilig voor elkaar op het fietspad en voetgangers hebben grote problemen fietspaden over te steken.

31 januari

Toch gaat de gemeente Amsterdam door met het aanleggen van smalle vrijliggende fietspaden om de maximumsnelheid op 50 km wegen in de binnenstad te kunnen handhaven. Zoals nu in de De Lairessestraat. Ruim 800 bewoners hebben zich verenigd in de stichting ‘LaatDeLairesse’ om zich tegen dit plan te verzetten [11]. Zij willen een indeling met fietsstroken behouden. Zie figuren 8a en 8b hieronder

fig 8a.Huidige  situatie in De Lairessestraat

fig 8b.Huidige  situatie in De Lairessestraat

Origineel

De bewoners kwamen - samen met Rem Koolhaas - met een alternatief plan dat zij op 31 januari voor de aanvang van de beslissende vergadering van de Centrale Verkeerscommissie mochten toelichten. In hun plan zitten ruime fietsstroken en, heel origineel, een brede rabatstrook die moet voorkomen dat auto's scherp langs de afscheidingsmarkering van de fietsstrook gaan rijden, zie figuur hieronder.


Klik hier voor een vergroting


fig 9. Bovenaanzicht van rijweg met rabatstrook naast fietsstrook volgens werkgroep LaatDeLairesse

Nieuwe ontwerptrend

Tegenwoordig wordt vaker geëxperimenteerd met rabatstroken van klinkers om weggebruikers van elkaar te scheiden en met smalle rijlopers om de snelheid uit

de auto te halen. Dit gebeurt in fietsstraten [6] en ook op rijwegen [12,13]. Zie figuur hieronder.

Klik hier voor een vergroting

fig 10. Rijloper-rabatstrookcombinatie in Montferland zorgt ervoor dat automobilisten fietsers op ruime afstand passeren [13].

Het leidt een nieuwe ontwerptrend in om door een combinatie van voelbare materialen, breedte, en contrastverschillen tussen rijlopers en rabatstroken, wegindelingen te creëeren die zorgen voor de noodzakelijke visuele en voebare geleiding zonder hoge snelheden uit te lokken.

Bij zulke experimenten gaat men eerder uit van maatwerk op locatie dan het toepassen van een theoretisch model als Duurzaam Veilig. Het biedt ook ruimte voor esthetische overwegingen rekening houdend met alle weggebruikers, inclusief de kwetsbare voetgangers. Deze aanpak past mooi in het project ‘Georganiseerd Ongemak’ dat ik eerder beschreven heb in Verkeerskunde Nr 5 van 2016[1].

Het zou mooi zijn als de centrale verkeerscommissie was meegegaan in het ambitieuze plan van LaatDeLairesse. Alles wees er echter op dat de beslissing om vrijliggende fietspaden aan te leggen al intern genomen was. Er werd niet serieus ingegaan op de argumenten van de buurtbewoners.

De tekening van hun plan was verkeerd overgenomen voor het overleg. Er werd niet ingegaan op de constatering dat het fietspad te smal was voor de ladderwagens van de brandweer. En op de constatering dat geparkeerde auto’s zouden uitsteken over het fietspad werd gereageerd dat fietsers altijd aan de rechterkant van het fietspad rijden.

De CVC-commissie heeft afwijzend geadviseerd over het buurtvoorstel en het bestuur heeft dit advies overgenomen.  De werkzaamheden beginnen een week na dit besluit: 20 februari. Deze haast bevestigt het gevoel van de buurtbewoners dat de inspraak van de buurt pro forma was.

Noot:
Eén dag na binnenkomst van de tekst blijkt de CVC-commissie haar oordeel te willen bijstellen en heeft haar handtekening onder het advies ingetrokken. De gemeente heeft de werkzaamheden voorlopig moeten uitstellen. Wordt vervolgd.   

Referenties:

 [1] Berry den Brinker (2016). ‘Georganiseerd Ongemak in de openbare ruimte’, Verkeerskunde nr 5, 2016. blog/blog/georganiseerd-ongemak.46649.lynkx

[2] Frans Stoop, Berry den Brinker & Joop Atsma (2017). Reactie van de MaculaVereniging op Internetconsultatie op de AMvB “RVV 1990 wijziging snorfiets op rijbaan”.. http://www.silvur.nl/ref/20170107

[3]  Annette van de Merwe  & Marc van Gemert (2017). Verslag Kick-off 12 januari 2017 Snorfiets naar de rijbaan http://www.silvur.nl/ref/20170112   

[4] Ormel, W. Oldenziel, K. (2006). Ongevallen bij fietsers en voetgangers Stichting Consument en Veiligheid (VeiligheidNL)Postbus 75169 1070 AD Amsterdam, Augustus 2006. http://www.fietsberaad.nl/library/repository/bestanden/rapportage%20fietsers-voetgangers.pdf

[5] Paul Schepers, Henk Stipdonk, Rob MethorstJoke Olivier (2016). Bicycle fatalities: Trends in crashes with and without motor vehicles in The Netherlands, Transportation Research, Part F(2016)  

[6] Rico Andriesse & Otto van Boggelen (2016). Discussienotitie fietsstraten binnen de kom. http://www.fietsberaad.nl/library/repository/bestanden/Discussienotitie_fietsstraten_2016_versie2.pdf

[7] Weijermars, W. A. M., Dijkstra, A., Doumen, M. J. A., Stipdonk, H. L., Twisk, D. A. M., & Wegman, F. C. M. (2013). Duurzaam Veilig, Ook voor Ernstig Verkeersgewonden (Sustainable Safety, Also for Serious Road Injuries). Leidschendam: SWOV Institute for Road Safety Research.

8]  den Brinker, B., Smeets, J., Talens, H., Methorst, R. (2007). Veiliger fietsen op overzichtelijke routes; Visuele toegankelijkheid fietsroutes toetsen met IDED-methode. Verkeerskunde 7, 24-29. http://www.fietsberaad.nl/library/repository/bestanden/IDED%20%20Fietspaden1.pdf  

[9]  Paul Schepers & Berry den Brinker, (2011). ‘What do cyclists need to see to avoid single-bicycle crashes?’, Ergonomics, 54: (4), 315-327.

[10] Berry den Brinker (2014). Fietstroken zijn zo slecht nog niet, Verkeerskunde Nr 6. blog/blog/fietsstroken-zijn-zo-slecht-nog-niet.38192.lynkx

[11]     http://www.laatdelairesse.nl/

[12] Evaluatieproject Verkeerzien in Montferland http://verkeerzien.nl/montferland/index.html

[13] Ruud Groot, Mieke Groot & Max van Kelegom, Verkeer-Zien, 'Wegontwerp beïnvloedt verkeersgedrag niet zomaar', Verkeerskunde 1/2017, pag 14-15

 
Auteur: Berry den Brinker

Berry den Brinker, stichting SILVUR / project ‘Georganiseerd Ongemak’[1]

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief