Lessen van Haaksbergen

donderdag 28 april 2016
timer 12 min

Welke lessen zijn te leren van twee uitspraken van de strafrechter van de rechtbank Overijssel in de zaak Haaksbergen van 15 april 2016? Deze strafzaken behandelden het ongeval met een Monstertruck in Haaksbergen op 29 september 2014, waarbij drie dodelijke slachtoffers vielen.  

 

1.         De feiten

Tijdens het evenement Auto en Motor Sportief op 28 september 2014 in Haaksbergen voerde een bestuurder met zijn Monstertruck een stunt uit. Hij reed met deze truck over een aantal autowrakken en probeerde daarna een bocht te maken om voor het publiek langs te rijden. Dat ging helemaal mis. De bestuurder kreeg, nadat hij over de wrakken was gereden, de Monstertruck niet meer onder controle. Het lukt hem niet de bocht te halen, waardoor de Monstertruck het publiek in reed. Bij het ongeluk kwamen drie mensen om het leven en een groot aantal mensen raakte gewond.

2.         De lessen van Haaksbergen: hoe te handelen in de toekomst?

Deze kwestie leidde tot grote commotie. Het bestuderen van de uitspraken van de rechtbank Overijssel in deze zaak, zowel de uitspraken van de bestuursrechter als de strafrechter, biedt dan ook kansen. Op deze manier kunnen dergelijke incidenten, zoals die met de Monstertruck, mogelijk worden voorkomen. Lessen uit deze uitspraken zijn bijvoorbeeld: het is van belang, dat er afgewogen en goed doordachte vergunningen voor dergelijke evenementen worden opgesteld en verstrekt. Gedegen vooronderzoek lijkt hier het sleutelwoord te zijn. Ook is het van belang, dat alle bij de vergunningverlening betrokken personen en instanties, weten wat zij moeten doen en wat er van hen wordt verwacht. Dit geldt vanaf de fase van de beoordeling van de vergunningaanvraag en het verrichten van het hiervoor benodigde onderzoek tot en met de fase van de uitvoering van het evenement. De uitspraken van de bestuursrechter en vooral die van de strafrechter van de rechtbank Overijssel kunnen daarom als  ‘wijze lessen van Haaksbergen’ worden aangemerkt.

3.         Uitspraak van de bestuursrechter van de rechtbank Overijssel op 28 oktober 2015

De bestuursrechter van de rechtbank Overijssel (ECLI:NL:RBOVE:2015:4792, 4793 en 4794) oordeelde – kort samengevat – dat niet alleen sprake is geweest van een te beperkte of onzorgvuldige beoordeling van het evenement, maar dat voorafgaand aan de verlening van de evenementenvergunning, helemaal geen risico-inschatting ten aanzien van de stunt met de Monstertruck heeft plaatsgevonden. In de bezwaarfase, die na het ongeluk plaatsvond, erkende de burgemeester van Haaksbergen dat het verlenen van de evenementenvergunning onzorgvuldig was, omdat niet elk onderdeel van het evenement, waaronder de stunt met de Monstertruck, is beoordeeld in het licht van de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid.

Haaksbergen handhaafde echter de evenementenvergunning, omdat deze volgens de burgemeester, ook achteraf gezien, onder dezelfde voorwaarden zou zijn verleend. Een dergelijke risico-inschatting achteraf, in de bezwaarprocedure, waarbij het ongeluk met de Monstertruck buiten beschouwing is gebleven, acht de rechtbank te laat en niet aanvaardbaar.

 

De rechtbank oordeelt, dat de aanvankelijke gebreken, met betrekking tot de besluitvorming, tot herroeping van de evenementenvergunning hadden moeten leiden. In feite komt de uitspraak van de bestuursrechter er op neer, dat de burgemeester – in de bezwaarfase, de fase van heroverweging - tot de conclusie had moeten komen, dat de evenementvergunning vanwege de toch wel onzorgvuldige voorbereiding achteraf bezien nooit verleend had mogen worden.

De burgemeester had er verstandiger aan gedaan om de al verleende evenementvergunning in te trekken. Dat ware ook zorgvuldiger geweest naar de slachtoffers toe, mede gelet op het aantal slachtoffers en de aard van het ernstig opgelopen lichamelijk letsel, te weten: drie dodelijke slachtoffers en 24 (zwaar) gewonden slachtoffers.

4.         De uitspraak van de strafrechter van de rechtbank Overijssel op 15 april 2016

Ook de strafrechter van de rechtbank Overijssel heeft zich over deze zaak gebogen. De rechtbank deed uitspraak in een strafzaak tegen de bestuurder van de Monstertruck en zij deed uitspraak in een strafzaak tegen de organisator van het evenement, de Stichting Sterevenementen (verder te noemen: de Stichting) in Haaksbergen. De rechtbank veroordeelt de bestuurder van de Monstertruck tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden en de Stichting wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 25.000,00. Zie: ECLI:NL:RBOVE:2016:1296 en 1297.

5.         De essentie van de uitspraak in de eerste strafzaak

De rechtbank besteedt veel aandacht aan de invulling van de (bijzondere) zorgplicht, die er rust op de bestuurder van een dergelijke groot voertuig, een Monstertruck.

De rechtbank komt tot de conclusie, dat deze bestuurder de bij uitstek op hem rustende plicht om geen onveilige situatie te doen ontstaan op en rondom het terrein, waarop hij de stunt uitvoerde, niet is nagekomen. Het is een feit van algemene bekendheid, dat het rijden met een voertuig van ruim 4000 kilogram en een vermogen van 1500 pk zoals in het geval van de Monstertruck, op een beperkte ruimte, in het bijzijn van het publiek risico’s met zich meebrengt. 

Met toepassing van het bekende Kelderluik-arrest van de Hoge Raad van 5 november 1965, (NJ 1966,136) overweegt de rechtbank, dat van iemand die in dat verband een situatie in het leven roept of laat voortbestaan die voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is, onder omstandigheden kan worden gevergd, dat hij met het oog daarop bepaalde veiligheidsmaatregelen neemt.

De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat bij evenementen, zoals in dit geval het uitvoeren van een show met een Monstertruck, in de regel veel publiek aanwezig is. De uitvoerder van de show heeft daarom bij een dergelijk evenement – meer dan de gemiddelde burger – de zorgplicht om zich constant bewust te zijn van de gevaren die het rijden met een Monstertruck met zich meebrengt, in een omgeving waar veel mensen zijn. Met name nu deze toeschouwers het gebeuren zien als ‘vermaak’ en daardoor minder in staat zijn zelf de juiste risico-inschatting te maken.

De bestuurder heeft er – volgens de rechtbank- ten onrechte voor gekozen om bij de stunt met de Monstertruck in de richting van het publiek te rijden. Hij had, mede gelet op de beperkte ruimte die het terrein voor de uitvoering bood, kunnen en moeten voorzien, dat hij daarmee het onaanvaardbare risico nam dat, mocht zich onverhoopt een technisch defect aan de truck voordoen, het aanwezige publiek ernstig gevaar zou lopen.

De bestuurder had er daarom voor moeten kiezen om na het afrijden van de autowrakken zijn voertuig tot stilstand te brengen en terug te rijden voor een nieuwe ronde in plaats van gas te geven en een bocht te maken die zelfs onder technisch ideale omstandigheden rakelings langs het publiek zou gaan. De bestuurder had anders moeten handelen (vermijdbaar) en kon ook anders handelen (verwijtbaar).

6.         De essentie van de uitspraak in de tweede strafzaak

Ook in deze uitspraak besteedt de rechtbank veel aandacht aan de invulling van de zorgplicht. De rechtbank komt tot het oordeel dat de Stichting als organisator van het evenement Auto Motor Sportief op 28 september 2014 in Haaksbergen heeft nagelaten zich, voorafgaand aan de demonstratie, waarbij met een Monstertruck over stilstaande autowrakken werd gereden, te vergewissen van de risico’s en er onvoldoende zorg voor heeft gedragen dat de gemeente als vergunningverlenende instantie op de hoogte was van de precieze inhoud van de demonstratie met de Monstertruck.

De Stichting heeft de demonstratie laten uitvoeren op een ruimte die te beperkt was voor een veilige afwikkeling van de stunt en zij heeft nagelaten te voorkomen dat de demonstratie in de richting van het publiek zou plaatsvinden.

Aan de Stichting zijn volgens de rechtbank in dit verband hogere eisen te stellen dan gemiddeld aan mensen wordt gesteld, nu deze Stichting vanuit haar toezichthoudende en/of controlerende hoedanigheid als organisator was belast met het houden van toezicht op de gedragingen van deelnemers en het publiek en de naleving van voorschriften; al helemaal in samenhang met de zorgplicht voor het publiek in geval van nalatigheid en calamiteiten. Wederom met toepassing van het hiervoor genoemde Kelderluik-arrest komt de rechtbank tot de conclusie, dat de Stichting onzorgvuldig heeft gehandeld. De Stichting had de zorgplicht om zich constant bewust te zijn van de gevaren die het rijden met een voertuig van ruim 4000 kilogram en een motorvermogen van 1500 pk met zich meebrengt.

Kortom: de rechtbank komt tot het oordeel dat de Stichting ten aanzien van de te betrachten veiligheid niet alle zorgvuldigheidsvereisten in acht heeft genomen om een dergelijk ongeval te voorkomen. De rechtbank noemt in haar uitspraak enkele bijzondere zorgplichten, waaraan de Stichting geen of onvoldoende invulling heeft gegeven.

Het gaat om de volgende bijzondere zorgplichten:

(a) De Stichting heeft vrijwel geen onderzoek verricht naar de precieze uitvoering van de stunt met de Monstertruck en daartoe navraag doen bij de bestuurder van de Monstertruck, om zodoende een adequate risico-inschatting te kunnen maken omtrent de in acht te nemen veiligheidsmaatregelen voor het aanwezige publiek;

(b) De Stichting heeft geen veiligheidsplan opgesteld met daarin opgenomen specifieke veiligheidsregels om het evenement op een voor het aanwezige publiek zo veilig mogelijke manier te laten plaatsvinden;

(c) De Stichting heeft nagelaten om de gemeente Haaksbergen te voorzien van relevante feiten en omstandigheden, die nodig waren voor het juist en zorgvuldig kunnen beoordelen van de aanvraag, het opstellen van de evenementenvergunning en het uiteindelijk verstrekken van deze evenementenvergunning. Met name ten aanzien van de bij de in de evenementenvergunning op te nemen veiligheidsaspecten met betrekking tot onder meer de (beperkte) ruimte van het terrein en in dat verband een verantwoorde opstelling van het publiek;

(d) De Stichting heeft nagelaten om kennis te nemen van de uiteindelijk door de gemeente in de vergunning opgenomen eisen om de veiligheid van de bezoekers en deelnemers aan het evenement te waarborgen om daar vervolgens uitvoering aan te kunnen geven. De rechtbank heeft zelfs vastgesteld, dat de Stichting de enveloppe met de vergunning niet heeft geopend en dus in het geheel geen kennis heeft genomen  - en evenmin heeft kunnen nemen - van de afgegeven vergunning.

7.         Conclusies strafzaak bestuurder

Met betrekking tot de strafzaak tegen de bestuurder van de Monstertruck komt de rechtbank tot de volgende conclusies:

7.1 De bestuurder van de Monstertruck had anders  moeten handelen (hij heeft vermijdbaar gehandeld) en ook anders had kunnen handelen (hij heeft verwijtbaar gehandeld).

7.2 Van de bestuurder had als professioneel stuntman mogen worden verwacht, dat hij zich voortdurend bewust zou zijn (geweest) van de gevaren, die het rijden met een Monstertruck in een omgeving, waar veel mensen zijn met zich meebrengt.

7.3 De bestuurder had ervoor moeten kiezen om na het afrijden van de autowrakken zijn voertuig tot stilstand te brengen en terug te rijden voor een nieuwe ronde in plaats van gas te geven en de fatale bocht te maken, die zelfs onder technisch ideale omstandigheden rakelings langs het publiek zou gaan.

7.4 Van belang is ook de volgende conclusie van de rechtbank. Daar komt bij dat de standaard, waartegen het gedrag van de bestuurder is af te meten, mede wordt bepaald door de zogenaamde ‘Garantenstellung’, waarbij van personen in een bepaalde hoedanigheid een bijzondere zorgplicht mag worden verwacht. Als iemand functioneel handelt met een bepaalde verantwoordelijkheid, worden de maatstaven van (on)voorzichtig gedrag mede daardoor bepaald. De bestuurder heeft, volgens de rechtbank, deze zorgplicht, gelet op de hiervoor genoemde rijgedragingen, niet of onvoldoende in acht genomen.

 

Conclusies strafzaak de Stichting

Met betrekking tot de strafzaak tegen de Stichting Sterevenementen in Haaksbergen komt de rechtbank tot de volgende conclusies:

7.5 Op de Stichting rustte ook een bijzondere zorgplicht om de veiligheid van de toeschouwers te waarborgen en daarvoor een zodanige veiligheidsprocedure op het evenement af te stemmen, dat eventueel bij de stunt optredende calamiteiten en de daarmee gepaard gaande kans op ongevallen zo veel mogen zouden worden gereduceerd.

7.6 De Stichting heeft niet, althans niet in voldoende mate aan deze verplichtingen voldaan en zij heeft zich uitsluitend, althans in sterke mate laten leiden door de door haar veronderstelde professionaliteit van het ingehuurde stuntbedrijf. Hiermee heeft de Stichting haar zorgplicht laakbaar verwijtbaar veronachtzaamd en daardoor naar het oordeel van de rechtbank een onaanvaardbaar en haar toe te rekenen risico genomen wat betreft haar verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het publiek op het door haar georganiseerde evenement. De Stichting had de gevolgen die zich door haar nalatigheid hebben geopenbaard, kunnen en moeten voorzien.

7.7 De rechtbank komt dus tot de conclusie, dat deze Stichting niet aan de door haar in acht te nemen zorgvuldigheidsnormen heeft voldaan in de vorm van het laten uitvoeren van de stunt op een plek waar de ruimte voor een veilige afwikkeling te gering was en het niet voorkomen dat de rijrichting van de Monstertruck richting publiek zou zijn. De rechtbank stelt vast, dat de Stichting heeft verzuimd zelfstandig informatie te vergaren en deze vervolgens te delen met de vergunningverlenende instantie over de wijze waarop de stunt met de Monstertruck zou worden uitgevoerd.

7.8 De Stichting is er van uitgegaan met een professioneel stuntbedrijf van doen te hebben en heeft daar naar eigen zeggen volledig op vertrouwd zonder zich actief te vergewissen over de reputatie van het bedrijf, bijvoorbeeld door bij andere gemeenten informatie op te vragen over het verloop van eerdere shows aldaar. Er zijn noch in de periode voorafgaand aan de stunt met de Monstertruck noch tijdens de briefing op de dag van de stunt zelf, door de Stichting met de uitvoerder van de stunt concrete afspraken gemaakt met betrekking tot de in acht te nemen veiligheidswaarborgen.

© Mr. Roeland B.G. De Korte

Jurist verkeer en wegbeheer

Gemeente Alphen aan den Rijn

April 2016

 

 

 

 

 

 
Auteur: Roeland De Korte

Roeland De Korte, Jurist verkeer en wegbeheer

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief