CROW-Mobiliteitsscan ondersteunt een veelheid aan mobiliteitsvraagstukken

dinsdag 27 oktober 2015
timer 7 min

Een samenvatting van dit artikel is verschenen in VK 5/2015 onder de titel: 'Scannen, invoeren, beoordelen, oplossen'

Mobiliteits- en bereikbaarheidsproblemen zijn vaak veelomvattende en veeleisende vraagstukken. Want, hoe zie ik wat het effect is van maatregelen? Wat leveren verbeterde OV-verbindingen op? Ligt een oplossing in nieuwe infrastructuur, of zijn er slimmere mogelijkheden? Werkt één maatregel of juist een combinatie? De Mobiliteitsscan is in een aantal jaren ontwikkeld tot een professioneel en breed toegepast hulpmiddel voor het inzicht krijgen in, en oplossen van mobiliteits- en bereikbaarheidsvraagstukken.

De Mobiliteitsscan is al een aantal jaren op de markt en uitgegroeid tot een mobiliteitsplatform dat intussen op alle overheidsniveaus wordt toegepast. De scan wordt continu doorontwikkeld in overleg met haar gebruikers. Het instrument is in de periode 2007-2009 ontwikkeld in het kader van Transumo een subsidieprogramma waarin bedrijven, overheden en kennisinstituten samenwerkten aan de transitie naar duurzame mobiliteit. Het toenmalige samenwerkingsverband voor de Mobiliteitsscan bestond uit Goudappel Coffeng, CROW-KpVV (als kennisinstituut), Regio IJmond en Regio Utrecht. In 2012 heeft CROW het eigendom van de Mobiliteitsscan overgenomen en de tool gelanceerd in de markt. 


Hoe werkt de scan?
De tool bestaat uit een aantal stappen: analyseren van de situatie, invoeren van maatregelen, bekijken van effecten en bijsturen tot het gewenste resultaat. De scan rekent meerdere ingrepen door en laat de effecten zien. De kracht ligt in het ontsluiten en combineren van databronnen en het visueel presenteren van de uitkomsten. Hiermee is de scan ook een instrument om burgers en bestuurders te informeren en te betrekken bij (achtergronden) van keuzes en beslissingen. De basis bestaat uit gegevens uit verkeersmodellen (scenario’s). Ook kunnen daadwerkelijk waargenomen snelheden en verkeersintensiteiten in de scan worden ingevoerd. NRM- en LMS-gegevens zijn via de scan beschikbaar.

Wie gebruikt het?
De tool wordt gebruikt door medewerkers die bij de (de)centrale overheid werkzaam zijn binnen het vakgebied van verkeer en vervoer. Ook medewerkers bij ingenieurs - en adviesbureaus kunnen de Mobiliteitsscan in opdracht van overheidsorganisaties gebruiken.

Waarvoor gebruik je het?
De scan is bij uitstek geschikt voor verkenningen en voor monitoring van bereikbaarheid. De richting die de scan geeft, is vervolgens te gebruiken voor detailonderzoek in specialistische rekentools. Hieronder een aantal voorbeelden van de breedte van de toepassingen van de Mobiliteitsscan.

Toepassing: korte ritten op wegvakniveau
In onderstaande figuur  is een voorbeeld weergegeven uit de gemeente Maastricht. In de afbeelding staat het percentage korte ritten (<5 km) per wegvak. Wordt geklikt op het wegvlak dan verschijnt aanvullende informatie.


Klik hier voor een vergroting

Klik hier voor de legenda

Toepassing: herkomst en bestemmingspatronen
Ook kan de scan inzicht geven in herkomst- en bestemmingspatronen. Hierin kunnen gebruikers een onderscheid maken naar dagdeel, verplaatsingsafstanden, motieven en modaliteiten. In onderstaande figuur is bijvoorbeeld de herkomst van vrachtverkeer Schiphol als bestemming weergegeven in de vorm van de blauwe bollen. De omvang van de bollen geeft een indicatie van de verhoudingen van het aantal herkomsten vanuit iedere zone.


 

Klik hier voor een vergroting

De zones zijn in deze figuur geaggregeerd op wijkniveau. De rode bol in de kaart toont de bestemming van de geselecteerde ritten. Voor deze situatie is dat de omgeving van Schiphol. Uit de scan blijkt dat de overgrote meerderheid van het vrachtverkeer afkomstig is uit de stedelijke kernen rond Amsterdam. Opvallend is dat er vanuit Utrecht, Rotterdam en Den Haag vrijwel geen vrachtverkeer richting Schiphol te zien is. Deze constatering kan aanleiding zijn voor een verdere analyse.

Praktijkvoorbeeld Deurne
In Deurne zijn drie spoorwegovergangen die alle drie 20 tot 25 minuten per uur gesloten zijn. De ambitie is om één van de drie spoorovergangen te vervangen door een tunnel. Voor elk van de drie overgangen is een scenario’s opgesteld voor de plek van die tunnel en is de snelheid op free-flow snelheid gezet. Vervolgens zijn kaartbeelden gemaakt die laat zien op welke wegen meer en minder verkeer komt. Zichtbaar is dat een van de tunnels als een magneet verkeer van elders aantrekt. Door op een wegvak te klikken is zichtbaar hoeveel verkeer er meer of minder over het betreffende wegvak rijdt.

Opvallend is de daling van het aantal autokilometers voor de diverse varianten. Terwijl juist de verwachting zou zijn dat weggebruikers gaan omrijden naar een nieuwe tunnel, en dus in plaats van minder juist meer kilometers zouden gaan maken. De daling is te verklaren uit het feit, dat weggebruikers nu Deurne mijden vanwege de spoorovergangen. Deze weggebruikers en kiezen dus voor omrijden om Deurne heen. Als er een tunnel zou zijn zouden deze weggebruikers wel weer door Deurne rijden en dus een kortere route nemen. Hieruit vallen de volgende conclusies te trekken:

PDF: Klik hier voor het uitgewerkte voorbeeld met kaartmateriaal

Praktijkvoorbeeld Deventer
P+lopen is een manier om de parkeerdruk in het centrum te verlagen. Werknemers uit de binnenstad parkeren op onbenutte parkeerterreinen en lopen vanaf deze terreinen naar het centrum. De mobiliteitsscan is ingezet om het effect van de maatregel P+lopen in Deventer te onderzoeken, maar kan ook worden gebruikt om verschillende locaties met elkaar te vergelijken. De Mobiliteitsscan maakt zichtbaar welke reistijden voor welke weggebruikers (uit de omgeving) gunstiger zijn. Het gaat dan om parkeren op een onbenut terrein en dan wandelen naar de eindbestemming, ten opzichte van direct doorrijden naar de eindbestemming. Hierbij houdt de Mobiliteitsscan ook rekening met parkeertarief.

In dit voorbeeld geldt dat voor ruim de helft van de bezoekers die als eindbestemming de binnenstad hebben, P+Lopen een kortere reistijd oplevert. Dit geldt voor 731 van 1254 auto’s. Ook brengt de Mobiliteitsscan in beeld wat de herkomst is van de ritten die sneller zijn als bezoekers hun auto op het onbenutte terrein parkeren:

Het merendeel van deze bezoekers komt van dichtbij gelegen gebieden. Ook is zichtbaar dat voor bezoekers uit Zutphen deze maatregel niet aantrekkelijk is, maar juist weer wel voor bezoekers uit de dorpen Schalkhaar, Wijhe en Olst. De Mobiliteitsscan laat vervolgens ook zien dat de helft van de bezoekers die met P+Lopen een kortere reistijd heeft, ook daadwerkelijk gaat P+Lopen.

PDF: Klik hier voor het uitgewerkte voorbeeld met kaartmateriaal

Andere toepassingen 
Andere toepassingsvoorbeelden zijn: het beter geleiden van de toestroom van winkelend publiek op zaterdagen. Of het eenvoudig visueel en cijfermatig met elkaar vergelijken van verkeersgegevens uit verschillende jaren. Ook brengt de tool de kosteneffectiviteit van maatregelen in beeld en kan het ingezet worden als ‘eerste zeef’ om kansrijke van kansloze maatregelen te scheiden.

Module Bereikbaarheidsindicator
In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu is de optionele module Bereikbaarheidsindicator (BBI) ontwikkeld (zie figuur hieronder). Hiermee krijgen gebruikers inzicht in de relatieve bereikbaarheid van locaties.

Door op een locatie (gemeente, wijk of zone) te klikken opent zich een windroos die met kleurcodes toont vanuit welke windrichtingen de bereikbaarheid beter of slechter is dan gemiddeld. Groen staat voor een relatief goede bereikbaarheid en rood voor een minder goede bereikbaarheid

De binnenste cirkel geeft de aankomsten van verplaatsingen tot 7,5 km weer, de middelste cirkel van 7,5-30 km en het buitenste cirkel van meer dan 30 km. Binnen het Beter Benutten-programma wordt de Mobiliteitsscan in Beter Benutten-regio’s gebruikt om de kosteneffectiviteit van de maatregelen te beoordelen. Doel is het reduceren van de sterk vertraagde ritten (meer dan 14 procent extra reistijd dan de gemiddelde spitsreistijd in Nederland over die afstand).  Via tabellen en afbeeldingen kunnen de effecten van maatregelen voor reductie van sterk vertraagde ritten in beeld worden gebracht. Ook bij MIRT-projecten wordt de Mobiliteitsscan gebruikt.

Volgende ontwikkelstap
De volgende stap in de ontwikkeling van de Mobiliteitsscan is een ‘inleesmodule’ waarmee gebruikers zelf modelgegevens kunnen inlezen. Daarnaast kunnen adviesbureaus in overleg met CROW de Mobiliteitsscan als ‘engine’ gebruiken voor het ontwikkelen van eigen modules. Zo wordt momenteel gewerkt aan een parkeermodule. Voordeel is dat de Mobiliteitsscan basisdata bevat en de mogelijkheden heeft om resultaten visueel en daardoor helder weer te geven.

Kijk voor meer informatie op www.crow.nl/mobiliteitsscan

 
Auteur: Hans Voerknecht, CROW

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.