Zijn 'kijken en zien' wel zo vanzelfsprekend?

woensdag 19 december 2018
timer 5 min
Kern van de bekende discussies over ‘grijze wegen’ en worstelingen ermee in de praktijk, is volgens mij: hoe ‘vertellen’ we de weggebruiker met de inrichting van wegen en kruispunten hoe hij zich dient te gedragen. Een van de meningen is dat weggebruikers het merendeel van de prikkels van de primaire functie van de weg moeten doorkrijgen' [*].

Naar mijn mening is het een misverstand dat weggebruikers prikkels van welke (primaire) functie dan ook moeten doorkrijgen. Dit impliceert dat weggebruikers datgene moeten leren wat wij met onze functies en vormgeving bedoelen, en vervolgens bewust bezig moeten zijn met het ‘vertalen’ daarvan naar hun verkeersgedrag.

Is het niet eenvoudiger en realistischer als wij iets maken dat weggebruikers als vanzelfsprekend ervaren en er (onbewust) ook naar handelen en zich ernaar gedragen? Hier kun je niet anders dan met ‘ja’ op antwoorden, lijkt me. Maar zijn de op de functionele indeling toegespitste landelijke CROW-richtlijnen daarvoor wel voldoende? Volgens mij niet.

Totale verkeersomgeving

Laten we bij de oorsprong beginnen. We kunnen er met een gerust hart van uitgaan dat een weggebruiker zijn belangrijkste, real-time-informatie krijgt door te zien. Het betreft dan de informatie uit zijn totale verkeersomgeving en niet alleen de weginrichting. Ik denk dat we dus moeten beginnen met vanuit de weggebruiker te denken en te werken. En dat bedoel ik letterlijk: we moeten weg- en omgevingsinrichting beschouwen vanuit de daadwerkelijke positie van de weggebruiker op het daadwerkelijke moment van zijn verplaatsen. Een simpele voorstelling van zaken is in onderstaande figuur weergegeven.

In deze schets gaat het om een weggebruiker die zich met een bepaalde, gekozen snelheid verplaatst over een weg in zijn omgeving. De informatie die hij nodig heeft om die verplaatsing te kunnen maken, krijgt hij vooral via zijn visuele waarnemingskanaal. In ons brein vinden, mede als gevolg van wat we zien, de voorbereidingen plaats voor ons gedrag en handelen.

Laat dit nu precies de gang van zaken zijn waar het in ons vakgebied uiteindelijk om gaat. Wegontwerpers houden zich voornamelijk met het linkerdeel van het plaatje bezig, terwijl juist het rechtergedeelte (het samenspel van zien en brein) impact op hun werk heeft.

Automatisch gedrag

Kennis in ons vakgebied over het wezen en het functioneren van ons visueel waarnemingsapparaat met het daarachterliggende brein is (ook wetenschappelijk) nog vrijwel onontgonnen, zeker waar het ‘het waarnemen door weggebruikers in een passerende omgeving’ betreft. We denken dat we er al veel van af weten; ‘kijken en zien’ zijn toch zo vanzelfsprekend?

We kunnen stellen dat het visuele waarnemingsproces in alle gevallen noodzakelijk is voor ons werk. Maar als we beter begrijpen hoe het ziende brein met de omgeving omgaat, kunnen we ook beter bepalen hoe we de weg en zijn omgeving moeten inrichten. De weg- en omgevingsinrichting zelf oefenen dan een doelmatige en gunstige invloed uit op het handelen van de weggebruiker. Een invloed die niet louter gericht is op het eigen rijcomfort, maar vooral ook op wat in een gegeven omgeving als gedrag gewenst is. Hij gedraagt zich dus als het ware automatisch zoals wij willen.

Tafereelbeleving
Het probleem is dat de volgende twee omstandigheden nogal in de weg zitten. Ten eerste maken wegontwerpers hun ontwerpen op een plat, horizontaal vlak: ze denken en werken in plattegronden. Ook de richtlijnen wegontwerp zijn opgezet vanuit het denken en werken op basis van de plattegrond. Maar een bestuurder ziet zijn omgeving als uit een verticaal vlak op zich afkomen, hij kijkt naar een tafereel. Dit is een heel andere ervaring dan die van de wegontwerper die zich met zijn plattegrond bezighoudt. Het wegnemen van de discrepantie tussen tafereelbeleving en plattegrondoriëntatie zal een van de belangrijkste opgaven voor wegontwerpers moeten zijn.

Ten tweede weten ‘wij van de verkeerstechniek’ vrijwel niets over hoe weg en omgeving op de bestuurder afkomen en hoe de bestuurder daarmee omgaat. Laat staan dat we weten welke invloed weg en omgeving hebben en hoe we ze kunnen gebruiken in het beïnvloeden van die bestuurder. Er moet dus veel meer kennis worden vergaard over visueel waarnemen, en in het bijzonder over waarnemen in echte omstandigheden (en niet in gesimuleerde omgevingen zoals met een rijsimulator).

Paradigmashift

Onze paradigmashift moet dus zitten in het loslaten van het frame van de theoretische en functionele indeling én in het verwerven van een (wetenschappelijk) kennis- en toepassingsinstrument voor weg- en omgevingsinrichting. Uitgangspunt daarbij moet zijn het beschouwen vanuit de (oog)positie van de weggebruiker en vanuit het functioneren van ons visueel waarnemingsapparaat (oog + achterliggend brein). Van belang is ook het inzicht dat elke situatie, elke omgeving, uniek is en dat er dus altijd sprake van maatwerk moet zijn.

Elke weg is een grijze weg

Mijn conclusie is dat we altijd te maken hebben met ‘grijze wegen’. Sterker nog, ik denk dat alle wegen grijze wegen zijn. We moeten geheel afstappen van een indeling in de wegcategorieën. Deze constatering biedt wegbeheerders de mogelijkheid om in en voor elke situatie maatwerk te leveren. Maar daarvoor moeten ze wel over het juiste kennis- en ontwerpinstrumentarium (kunnen) beschikken. Volgens mij ontbreekt het daaraan en zullen we op zoek moeten gaan naar de echte grondslagen van ons vakgebied, te beginnen met kennis van en toepassing door visueel waarnemen.”

[*]   Dit artikel is geschreven als reactie op de blog van Jarno Brouwer over grijze wegen[*].

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.