Rob van der Bijl: 'Je komt in theorie op voetgangers uit'

dinsdag 16 februari 2016
timer 5 min

Rob van der Bijl, stedenbouwkundige, RVDB Urban Planning:

‘Neem kennis van de buitenlandse onderzoeken en ga naar de internationale congressen’


 

Voetgangers en openbaar vervoer zijn bondgenoten. Het station is de voordeur, zo niet publiekstrekker van (middel)grote steden. En een OV-vriendelijke stad is een voetgangersvriendelijke stad. Wie anders dan Rob van der Bijl, stedenbouwkundige en OV-kenner bij uitstek, kan reageren op deze stellingen?

Van der Bijl studeerde Bouwkunde in Delft en herinnert zich uit die tijd onder meer allerlei grappen over de verschillen tussen ruimtelijke ordening en verkeer. Met het concept ‘transit oriented development’ (TOD) poogde Van der Bijl nadien om deze werelden bijeen te brengen. Tijdens zijn proefschriftonderzoek naar kunstmatige intelligentie, met als casus ‘sociale veiligheid’, ‘rolde’ hij in het OV. ‘Ik stuitte op dalende reizigersaantallen bij de RET. ‘Oorzaak? Angst!’ Door zijn stedenbouwkundige bril zag hij toen al scherp het belang van aantrekkelijkheid van voorzieningen, waaronder stations.

Stelling: Het station is de voordeur, zo niet publiekstrekker van (middel)grote steden
Van der Bijl: ‘Het station kan inderdaad de publiekstrekker van (middel)grote steden zijn. Maar er is wel een hiërarchie in stations en deze stelling geldt vooral voor de Centraal Stations met een optimale ligging in steden.’

Stelling: OV en voetgangers zijn elkaars bondgenoten
‘Dat zou inderdaad zo moeten zijn. Des te meer moet je zorgen dat die relatie goed is. Je mag lopen gerust beschouwen als basismodaliteit. Je loopt naar je auto en naar je fiets en loopt ervandaan als je je vervoermiddel hebt geparkeerd. Van al die relaties ligt het lopen van en naar het OV vaak nog het verste weg. De algehele consensus is dat het OV in dit kleine land goed georganiseerd is. Dat geldt ook wel voor onze grote steden, maar als je de Randstad als ‘stad’ vergelijkt met bijvoorbeeld Parijs, dan zie je plotseling wel ontluisterende verschillen en scoort ons OV echt ondergemiddeld. Tegelijkertijd stelt het me niet gerust dat de politieke discussie opschuift naar de auto. Dat zie je aan 130 km/uur en aan de alomvattende aandacht voor de zelfrijdende auto. In andere landen wordt er meer geïnvesteerd in het OV.’

Stelling: Een OV-vriendelijke stad is een voetgangersvriendelijke stad
‘Dat kan’, reageert Van der Bijl voorzichtig, ‘maar er ligt niet automatisch een relatie. Voor Groningen gaat deze stelling op, ondanks het sneuvelen van het tramproject. Daarentegen zie je in steden als Dordrecht en Brugge weliswaar veel aandacht voor voetgangers, maar weer minder voor OV. En kijk je naar Peking dan zie je een goed metro-systeem, maar als voetganger ben je nergens als autosnelwegen als grid over de stad liggen. In Bogota is een succesvol bussysteem, maar om die bussen te bereiken moet je eerst wel over allerlei bruggen lopen. En er zijn steden waar beide modaliteiten slecht georganiseerd zijn, zoals in Leeds.’

Kan een focus op voetgangers iets betekenen voor het fietsparkeerprobleem?
Van der Bijl: ‘Mogelijk schuilt er een oplossing in de vanzelfsprekendheid waarmee fietsen geparkeerd kunnen worden bij de grote stations. Hoe mooi ze ook zijn, het fietsverkeer naar stations is draconisch gegroeid en even zo hard de ad-hoc-oplossingen. Maar wat vinden we eigenlijk van die toename van het fietsverkeer naar stations? Dat is nog niet goed doordacht. We zijn daar nog zoekende in.’

Is er voldoende wetenschappelijk onderzoek naar voetgangers?
Resoluut: ‘Niet in Nederland. Recent zijn pas heel concreet de loopsystemen van en naar sommige stations in kaart gebracht en daar valt direct uit op te maken dat het op allerlei plekken fout gaat. Dat geeft ook aan dat er veel verbeterd kan worden. Zo zijn de NS-poortjes volstrekt niet vanuit de gebruiker gedacht en ook is er het treurige Utrechtse voorbeeld van de ontworpen voetgangersbrug die geen directe toegang mag hebben tot de perrons omdat de voetgangers eerst langs de winkels moeten lopen.’

Weten we wel voldoende van voetgangers om goed beleid te maken?
‘Ja en nee. Op Walk 21, het internationale voetgangerscongres vorig jaar in Wenen, bleek dat er in Engeland en Amerika wel degelijk onderzoek wordt gedaan naar voetgangers. Deze kennis is daar ook leidend voor crowdmanagement. In Nederland staat dit onderzoek nog in de kinderschoenen. Dus neem kennis van de buitenlandse onderzoeken en ga naar de internationale congressen. Ook zou ik verkeerskundigen willen uitdagen om eens slimmer uit de hoek te komen als het gaat om voetgangers.

Ten slotte, hoe ziet de ideale voetgangersstad eruit?
‘Je kunt zeggen dat je in een ideale voetgangerstad overal moet kunnen lopen. Ervan uitgaande dat lopen onze basismobiliteit is, maar ook in een ideale stad mag mobiliteit op zich geen doel zijn. Het gaat altijd om de combinatie van efficiënte mobiliteit, die goede effecten heeft op de ruimtelijke omgeving en op de economie, die het milieu niet belast en een sociale component heeft. Dan kom je in theorie, niet alleen op OV en fiets, maar nog meer op voetgangers uit…’  

 

Stelling: Het station is de voordeur, zo niet publiekstrekker van (middel)grote steden

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.