Voetgangers en fietsers, bondgenoten voor actieve mobiliteit

donderdag 10 oktober 2019
timer 4 min
Va
Van 7 tot 10 oktober vond in Rotterdam de twintigste editie plaats van het internationale voetgangerscongres Walk21. Zo’n zeshonderd deelnemers, waarvan een minderheid uit Nederland, luisterden naar keynotes en namen deel aan sessies en excursies. Walk21-voorman Jim Walker zei bij de opening dat Nederland in de afgelopen decennia heel veel aandacht heeft gehad voor het fietsen, maar minder voor de voetganger. Een waarheid als een koe, die gedurende de bijeenkomst vele malen te horen was.

De laatste jaren is dat beeld echter aan het veranderen. Steeds meer beleidsmakers realiseren zich dat ze een blinde vlek hebben ontwikkeld voor een belangrijke verplaatsingswijze (18 procent van alle verplaatsingen en de belangrijkste op afstanden tot een kilometer).

Dat juist Rotterdam de gastheer was van het congres is geen toeval. Rotterdam probeert de binnenstad als een city lounge te ontwikkelen en ziet lopen als een cruciaal onderdeel daarvan. In die benadering, sterk geïnspireerd op het werk van de architect Jan Gehl, draait het om interessante verblijfsgebieden. Gebieden waar de auto is teruggedrongen en  ruimte is voor fietsers, voetgangers, groen en ontmoeting. Om zo’n ontwikkeling mogelijk te maken moet je volgens placemaker Hans Karssenberg van STIPO niet naar de stad kijken vanuit een vogelperspectief, maar met de ogen van een kikvors: laag bij de grond, gericht op beweging.

Kantelpunt: platform Ruimte voor Lopen

Dat we in Nederland op een kantelpunt staan werd op Walk21 bevestigd door de oprichting van het platform Ruimte voor Lopen. Een samenwerkingsverband van dertig organisaties, waaronder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, drie provincies, gemeenten, CROW en Wandelnet. Drie uitgangspunten staan centraal in de loopagenda:

  • Lopen heeft een positief imago dat wordt geassocieerd met gezondheid en plezier.
  • Lopen is een vanzelfsprekend en integraal onderdeel van het overheidsbeleid.
  • De omgeving biedt ruimte om veilig te lopen en nodigt uit om te lopen.

Ook ANWB en VVN zijn onderdeel van het platform Ruimte voor Lopen. Logisch, want zij zijn er voor alle ‘mobilisten’. De Fietsersbond is – als belangenbehartiger voor een specifieke modaliteit – (nog) geen lid van het platform. Dat betekent echter geenszins dat wij de agenda van het platform niet kunnen ondersteunen.

Natuurlijke bondgenoten

Integendeel: de bovengenoemde punten sluiten helemaal aan bij de Fietsvisie 2040 die wij dit jaar vaststelden na een intensief proces. Daarin benadrukken we de positieve kanten van lopen en fietsen als vormen van actieve mobiliteit, stellen we dat bij ruimtelijke ontwikkeling voetganger en fietser (in die volgorde) voorop moeten staan en zoeken we samenwerking in de strijd om de ruimte: “In onze visie zijn wandelen en fietsen de enige vormen van actieve mobiliteit en hierdoor natuurlijke bondgenoten. In situaties waarbij zich conflicten voordoen tussen fietsers en voetgangers zoeken we samen naar oplossingen. Fietsers passen als gast hun snelheid aan op plaatsen die vooral bedoeld zijn om te wandelen.”

Daarmee sluiten we aan bij de conclusies uit het Amsterdamse onderzoek van Julia Ubeda Briones in een van de sessies op Walk 21: fietsers en voetgangers moeten samen het gevecht om de ruimte aan gaan, ten koste van de auto. Ze hebben wel allebei eigen voldoende ruimte nodig en dat kan in de praktijk soms botsen.

In de nadruk op leefbare steden en de rol van actieve mobiliteit daarin leek Walk21 qua programmering eigenlijk veel op de invalshoek van het jaarlijkse internationale fietscongres Velo-city. En onderwerpen als zelfsturende auto’s, nieuwe mobiliteitsdiensten, micromobiliteit,  gebruik van big data, inclusiviteit en participatie komen op beide conferenties prominent aan bod.

Vuist voor actieve mobiliteit

Samen een vuist maken voor actieve mobiliteit, vanuit het besef dat lopen en fietsen specifieke vormen van verplaatsen zijn, met eigen kenmerken, reikwijdte en snelheid. In discussies met ambtenaren hoor ik regelmatig: “Lopen is het nieuwe fietsen” en “De fiets is de nieuwe auto”. Dat klinkt op het eerste gezicht logisch, maar miskent juist die specifieke kracht van beide vormen van actieve mobiliteit en kan leiden tot onwenselijke doelstellingen. Zo suggereert Johan Diepens van Mobycon in Verkeer in Beeld van september dat we afstanden tot twee kilometer lopend zouden moeten overbruggen. Daarmee zou je eigenlijk een heel groot deel van het fietsaandeel weggooien, zeker in de middelgrote steden. Lopen is niet het nieuwe fietsen, de fiets is geen nieuwe auto. Lopen is lopen en fietsen is fietsen en samen kunnen ze onze wereld gelukkiger en gezonder maken.

 

 

 
Auteur: Wim Bot

Wim Bot, medewerker Fietsersbond

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief