'Met hubs in landelijk gebied gaan we problemen in de stad tegen'

De gemeente Eersel in Noord-Brabant is één van de landelijke gebieden rondom Eindhoven waar een proef gaande is met een mobiliteitshub. De plaats ligt weliswaar in landelijk gebied, maar volgens wethouder Steven Kraaijeveld is het wel een gemeente met stedelijke problemen als het gaat om mobiliteit. Kan een hub nabij Eersel zowel de stad Eindhoven als de gemeente Eersel zelf helpen? Kortom: Heeft een hub in landelijk gebied de toekomst? 

Door: Joris Kaper 

Wethouder Steven Kraaijeveld is onder meer belast met het mobiliteitsvraagstuk in de gemeente. “De gemeente is weliswaar zogeheten landelijk gebied, maar als buurgemeente van Eindhoven wordt deze geconfronteerd met stedelijke problemen op het gebied van mobiliteit”, aldus Kraaijeveld. “Zo werken er in de gemeente Eersel, mede dankzij hightechbedrijf ASML, veel meer mensen dan dat er wonen. Wij zijn al enige tijd bezig met het maken van een nieuwe mobiliteitsstrategie en hebben daarvoor alle verkeersstromen in kaart gebracht. Daarom is Eersel een logische eerste plek om te experimenteren met een mobiliteitshub in de regio Eindhoven, om te kijken hoe we deze zo optimaal mogelijk kunnen inzetten.” 

Stedelijk versus landelijk gebied 

Alex van den Heijkant is namens Accent adviseurs betrokken bij de gemeente Eersel als adviseur mobiliteit. “De manier waarop er in de regio Zuidoost-Brabant wordt gekeken naar het mobiliteitsvraagstuk is enorm interessant, omdat het een samenwerking is tussen stedelijk en landelijk gebied. Er wordt over grenzen heen gekeken om te kijken hoe buurtgemeentes elkaar kunnen helpen. Ik zie veel toekomst in dat soort samenwerkingen, met name als deze gemeentes veel met elkaar te maken hebben. Dus dat betekent samen problemen oplossen en kennis delen. Een andere trend is simpelweg het durven uitproberen. Wat gebeurt er bij een bepaalde maatregel? En welke gedragsveranderingen zien we daarbij? Daardoor krijg je snel nieuwe inzichten. Dat experimenteren zie ik ook als een nieuwe trend. Kijk gewoon of iets werkt. Werkt het niet? Prima, dan moet er iets aangepast worden.” 

“Daarnaast zie ik ook steeds meer een rol weggelegd voor bedrijven die betrokken kunnen worden”, aldus Van den Heijkant. “Zij kunnen meehelpen om hun werknemers gebruik te laten maken van hubs in plaats van met de auto te gaan. Het creëren van een hoogwaardige hub op een plek die je in eerste instantie misschien niet zou verwachten is daarbij wel een uitdaging. We zitten hier in landelijk gebied, maar wel met een groot achterland. Om deze te laten slagen is dus de hulp nodig van bedrijven, die hun personeel vanaf de hub kunnen laten reizen. De basis voor het draagvlak en exploitatie ligt daardoor mede bij hen.” 

Sociale aspect 

Kraaijeveld: “Het idee bevindt zich nu in een proeffase, waarin we proberen om de hub te optimaliseren. Deze is voorzien van een busstation, 300 deelfietsen en aangesloten op bedrijfsspecifiek vervoer. We beginnen klein, maar zijn wel schaalbaar. Vooral in coronatijd is het lastig te voorspellen welk effect dat heeft op de mobiliteit. Idealiter moet de hub gevoed worden door een soort subhubs in omringende dorpen, die door middel van OV-verbindingen, fietsroutes en carpoolplaatsen met de hoofdhub zijn verbonden. Met die oplossingen blijft daar ook de mobiliteit gewaarborgd voor bijvoorbeeld oudere mensen en de schoolgaande jeugd. De leefbaarheid blijft dan ook aanwezig in die dorpen. Want laten we dat sociale aspect vooral niet vergeten.” 

Van den Heijkant: “Deze hub past in de toekomstvisie van de regio Zuidoost-Brabant. Alleen al een bedrijf als ASML zoekt op termijn 6000 nieuwe parkeerplaatsen. Dat geeft al wel aan dat het samenwerken met bedrijven enorm belangrijk is. Met deze hubs moet de verkeersdrukte in en rondom Eindhoven worden verminderd. En andersom werkt het natuurlijk ook: de gemeente Eersel en aansluitende gemeentes in de regio de Kempen worden beter bereikbaar. Daarmee vergroten we de mobiliteit, maar vlakken het autogebruik af, zonder dat iemand daar last van heeft.” 

Gedrag en gebruiksgemak 

Ook Florence Bongers, projectmanager van Firenze Advies en betrokken bij de hub in de gemeente Eersel, ziet dat de mobiliteitshubs nodig zijn met het oog op de toekomst: “De verkeersdrukte wordt anders alleen maar groter rondom Eindhoven. Maar de gemeentes daar omheen kunnen meehelpen aan het probleem. Daar moeten de mensen dus ook gebruik gaan maken van die hubs. Zij moeten verleid worden om dat te doen en dus moet men laten zien wat de voordelen zijn. De kosten zijn daarbij natuurlijk heel belangrijk, evenals de reistijd of het gevoel van meer reistijd. Dat kan je combineren met voordelen als bijvoorbeeld het laten afleveren van je boodschappen bij de hub, of het laten wassen van je auto. Economisch en innovatief gezien zit deze regio op topniveau. Op het gebied van mobiliteit wil je dat dan ook tot uiting laten komen.”