KiM-studie naar bereikbaarheidsarmoede

woensdag 10 mei 2023

Foto: Shutterstock

Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft de studie ‘Beperkt bereikbaar: een kwalitatieve studie naar bereikbaarheidsarmoede’ gepubliceerd. De studie richt zich op de problemen die mensen ervaren om naar werk, voorzieningen, familie en vrienden te reizen. Daarbij gaat het niet alleen om reistijd of kosten, maar ook om angst voor verkeersdrukte of niet kunnen fietsen. 

Mensen met bereikbaarheidsproblemen vinden vaak manieren om toch op hun bestemming te komen, zij het soms met veel moeite. Door de beperkte reisopties hebben zij wel minder keuze in activiteiten en bestemmingen en zijn ze kwetsbaar voor veranderingen. 

Dit blijkt uit het KiM-onderzoek ‘Beperkt bereikbaar: een kwalitatieve studie naar bereikbaarheidsarmoede’. Persoonlijke verhalen van stedelingen en mensen uit de regio illustreren de ervaringen met bereikbaarheidsproblemen en de gevolgen ervan voor deelname aan de samenleving.  

'Als mijn kinderen geld op mijn chipkaart hebben gezet, dan lukt het. Anders blijf ik thuis.'

'Dat is de sardientjesbus. Het wil heel vaak dat die bus knotsvol zit, dus dat ie op een gegeven moment gewoon wegrijdt. Dan staat er een hele groep mensen en dan gaan de deuren dicht.'

'Ik wil ook weleens het huis uit, en naar vriendinnen die wat verder weg wonen (..) dat kan echt niet fietsend.'

Dit zijn enkele voorbeelden van barrières die worden genoemd in interviews met mensen die aangeven bereikbaarheidsproblemen te ervaren. Dat kunnen barrières zijn bij het vervoer zelf, zoals weinig of slecht toegankelijke bus- of tramhaltes, een lage frequentie van het ov, overvolle bussen tijdens spitstijden of een onveilige infrastructuur. Ook beperkte voorzieningen in de buurt of geen betaalbare woning nabij de gewenste woonlocatie kunnen een rol spelen. 
De aanwezigheid van bijvoorbeeld een bus, tram of fiets is niet voldoende voor een persoon om een activiteit te bereiken. Hij of zij moet ook in staat zijn om gebruik te kunnen maken van deze vervoermiddelen. Of dat kan, ligt onder meer aan inkomen, vaardigheden zoals fietsen, gezondheid en bijvoorbeeld angst voor verkeersdrukte. 

Minder keuzes

In hoeverre die problemen leiden tot verminderde deelname aan de maatschappij hangt ook af van hoe mensen omgaan met hun bereikbaarheidsproblemen. Vaak vinden zij manieren om toch aan activiteiten mee te kunnen doen. Dat kost soms veel tijd, geld en moeite. Vooral met hulp van anderen weten zij hun bestemming te bereiken. De directe gevolgen voor hun ervaren deelname aan de maatschappij lijken daardoor beperkt, maar toch ervaren zij minder sociale contacten en beperkingen in werk, school en studie of bij zorg. Door de weinige reisopties hebben zij minder keuzes in die activiteiten en zijn ze kwetsbaar voor veranderingen.

Onduidelijke grens 

De grens tussen acceptabele bereikbaarheidsproblemen en ongewenste bereikbaarheidsarmoede is onduidelijk door het ontbreken van concrete bereikbaarheidsdoelstellingen. Daarom is het ook lastig om effectieve maatregelen aan te wijzen. Bereikbaarheidsindicatoren op basis van bijvoorbeeld reistijd tot bestemmingen geven goede houvast, maar kunnen niet alle vormen van bereikbaarheidsarmoede in kaart brengen. 

Met mobiliteitsbeleid alleen ontstaat geen bereikbaarheid voor iedereen. Zowel de oorzaken als de gevolgen van bereikbaarheidsproblemen hebben dwarsverbanden met andere beleidsterreinen zoals zorg, onderwijs en wonen. Samenwerking met andere departementen en overheden is dus ook belangrijk bij het aanpakken van bereikbaarheidsproblemen. 

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief