Friesland bespeurt carpoolkentering

Begint in Friesland de carpoolvictorie? Spectaculair is het niet, maar voor het eerst na zes jaar identieke metingen op vijf locaties in en rond Heerenveen is de gemiddelde autobezetting vorig jaar gestegen van 1,25 naar 1,30. Een eerste voorzichtige vingerwijzing voor een ommekeer?

Hoge brandstofprijzen en toenemende filedruk kunnen voor carpooling een omslag bewerkstelligen. Maar minstens zo belangrijk is dat overheden en beheerders van carpoolplaatsen actief en alert blijven en letterlijk en figuurlijk aan de weg blijven timmeren. Alles bij elkaar voor kennisplatform CROW reden genoeg om na 14 jaar een nieuwe carpoolpleinpublicatie voor te bereiden.
'Samenrijden' in bijvoorbeeld woon-werkverkeer stond lange tijd op de laatste tree van reismogelijkheden. Niet in de laatste plaats wegens het wisselstrookfiasco van de A1 bij Muiden. Volgens senior consultant Peter R. van der Wal van het VCC Mobiliteitsmanagement (vooral actief in de drie noordelijke provincies) is het negatieve effect daarvan inmiddels misschien voorbij en is er nu verandering op til. 'Misschien is carpooling ook tijdelijk weggezakt omdat zo ongeveer iedereen de beschikking over een auto had gekregen. Maar met de 'boom' in brandstofprijzen, parkeertarieven en natuurlijk filedruk kan het tij nu gunstiger zijn.'
De 'Heerenveense' metingen zijn niet per definitie significant voor de hele provincie, laat staan voor heel Nederland. Gedeputeerde T. Baas meent niettemin dat het bewijs is geleverd en dat de Friese investeringen van de afgelopen jaren (meer en grotere carpoollocaties) nu hun vruchten afwerpen.
Algemeen heerst er een gevoel dat carpooling weer in de lift zit, bevestigt ook projectmanager openbare ruimte en infrastructuur Jan Knol van het CROW. Het carpoolimago heeft zijns inziens ten onrechte schade opgelopen. Succesvolle carpoolinitiatieven werden 'opgeplust' tot P+R-locaties en verdwenen daarmee uit de carpoolstatistiek.
Essentieel voor carpooling is 'frappez toujours'. Dat carpooling geld en vooral tijd spaart en maatschappelijke winst oplevert, is evident. Toch moet communicatief steeds op dat aambeeld worden gehamerd. Dat grote bedrijven in het westen van het land nu meer en meer geneigd zijn om 'spitsmijders' te belonen, kan zijns inziens een handje helpen.
Knol signaleert bovendien dat carpooling steeds meer als integraal onderdeel van mobiliteitsmanagement wordt beschouwd. Pluspunt is dat het onderdeel wordt van het overstapbeleid in het algemeen. Zo valt de nieuwe carpoolpublicatie ook onder de CROW-'Ontwerpwijzer overstappunten'. Minpunt daarentegen is dat carpooling in dat grotere geheel kan ondersneeuwen.
Blijvende aandacht is volgens Knol essentieel in het beheer. Carpoolpleinen die hun functie hebben verloren, moeten worden geschrapt. Verwaarlozing en verloedering moeten evenzeer worden vermeden. Voor carpooling moeten alle pijltjes als het ware in dezelfde richting wijzen, onderstreept Knol.