Datadebat blijft op de vlakte: ‘We hebben in 2019 nog een hoop werk te doen’

Mobility as a Service (MaaS) lijkt onlosmakelijk verbonden met transitie, maar hoe versnellen we dat proces? Daarover ging het datadebat op het Nationaal verkeerskundecongres. De deelnemers leken het vooral met elkaar eens, viel debatleider Ward Koopmans (CGI Nederland) op.

De debatdeelnemers waren Bas Rookhuijzen (Google Cloud), Bas Hendrix (AutomotiveNL), Eric Mink (ministerie van I&W) en John Pommer (CROW). De samenwerking tussen overheid en markt leek in het debat daarom een heet hangijzer.

Maar daar kwam in het debat niet echt naar voren, vertelde Koopmans na afloop: “De heren leken het behoorlijk met elkaar eens, maar het is duidelijk dat er wel verschillende belangen zijn. Dus daar is nog een hoop werk te doen het komende jaar.”

Samenwerking

Koopmans merkte tijdens het debat al snel op dat de samenwerking tussen markt en overheid nog stroef verloopt: “De overheid levert ook data, als wegbeheerder.” Maar daar is volgens Rookhuijzen van Google weinig van waar. Hij refereert aan de samenwerking met het GVB, waarin actuele realtime vertrek- en aankomsttijden van het openbaar vervoer sinds 2015 in Google Maps worden gebruikt. “MaaS gaat volgens ons om how to organize a world that is safe and useful.”

Bovendien moet die samenwerking groeien, vertelt Mink: “We zijn met elkaar in gesprek, er moet vertrouwen ontstaan. Wij laten het aan de markt hoe de consument met MaaS aan de slag kan.” Pommer vervolgt: “We werken eraan om modaliteiten met elkaar te integreren, meer is nu nog niet duidelijk.”

Een ander pijnpunt is privacy, stelt Koopmans, met de AVG-wet. “Daar zitten inderdaad haken en ogen aan”, antwoord Hendrix. “De datastroom wordt heel snel veel groter. Daar zitten nieuwe businesscases in.” Ook hierover moet men nog ‘met elkaar in gesprek', besluit men.

Korte termijn
Het valt gespreksleider Ward Koopmans op dat alle partijen het vooral met elkaar eens zijn en langetermijnvisies schetsen. “Maar de vraag is: hoe doen we het op korte termijn?” Daar is nog niet veel over duidelijk, antwoord Mink: “Als MaaS-providers over een jaar veel groter zijn, hoeven we niet meer hypothetisch te praten. De sector ontwikkeld zich sneller, dan dat wij als overheid kunnen beslissen.”

Volgens Mink kunnen we over een jaar misschien al wel zeggen of we met MaaS wel of niet de files kunnen oplossen. Rookhuijzen van Google ziet MaaS slechts als middel daarvoor. “Voor Google is primair belangrijk om data beter te organiseren en zo de verkeersveiligheid te verbeteren en verkeersstromen te optimaliseren.”

Vervolg
Over een jaar, op het NVC 2019, krijgt dit datagesprek hopelijk een vervolg, besluit Koopmans: “Ik weet zeker dat we dan een interessant gesprek kunnen voeren”. En uit de zeven MaaS-pilots die het ministerie van I&W host, zijn dan in ieder geval eerste resultaten bekend, vertelt Mink na afloop.