Overheid stapt uit platform stedelijke distributie

Het platform stedelijke distributie (PSD) gaat in afgeslankte vorm verder, nu de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken en VROM met ingang van dit jaar uit het platform zijn gestapt, evenals het provinciaal samenwerkingsverband IPO en de vereniging van Nederlandse gemeenten. Zij deden dit op grond van het evaluatieadvies van bureau Berenschot dat stelt dat het oplossen van de knelpunten rond stedelijke distributie een zaak is tussen bedrijfsleven en gemeenten. Het resterende platform bestaat nu nog uit de Raad Nederlandse Detailhandel, MKB Nederland, KNV, TLN en EVO.

Goederenvervoerders in Nederland rijden rond met een dikke bundel gespecificeerde voorschriften die per stad of gemeente kunnen verschillen. Een situatie waar niemand baat bij heeft; transportbedrijven kunnen er slecht mee uit de voeten en gemeenten vinden steeds opnieuw het wiel uit. In 1997 ging het breed opgezette platform stedelijke distributie rond de tafel om een en ander te stroomlijnen. Na een aantal min of meer enthousiaste jaren waarin diverse (innovatieve) projecten zijn uitgevoerd in naam van het platform, werd eind 2002 besloten tot een evaluatie van het samenwerkingsverband door een extern bureau. Eind 2003 kregen partijen het advies om de problematiek in de handen te leggen van bedrijfsleven en gemeenten. Eric Jan Blook van het KNV (Koninklijk Nederlands Vervoer) vindt het jammer dat de overheden zich hebben teruggetrokken uit het verband. ‘De oude situatie was zeer waardevol. Het brede draagvlak gaf de mogelijkheid om afstemming te vinden boven het gemeentelijk niveau. In de afgeslankte vorm moeten de contacten per gemeente worden gelegd. Een moeizaam proces, aldus Blook. De eerste doelstelling van het uitgedunde platform is dan ook het zoeken naar een uniforme regeling voor stedelijk vrachtverkeer, die goed is voor alle partijen en waarbij de kennis die in de afgelopen jaren is opgedaan wordt meegenomen en de autonomitiet van de gemeenten gerespecteerd blijft. Lichtpuntje voor de overgebleven partijen is het recent gesloten convenant met het ministerie van Verkeer en Waterstaat, waarin is afgesproken dat de overgebleven partijen werken aan de oprichting van een nationale adviescommissie die (alsnog) een landelijk kader moet stellen omtrent stedelijke distributie.
Het afgeslankte platform buigt zich de komende maanden over een nieuwe bestuursvorm en het aanstellen van een secretaris, als woordvoerder voor het samenwerkingsverband. De overdracht van kennis, archief en internetsite zijn de eerste agendapunten.