Op dinsdag 15 april vond de eerste bijeenkomst ‘filosoferen over mobiliteit’ plaats, bezocht door ongeveer 15 verkeerskundigen en mobiliteitsprofessionals. De bijeenkomst vond plaats onder leiding van Zeger Schavemaker, Future Mobility Designer en Socratic Design Moderator (gemeente Amsterdam). Movares stelde kosteloos een prachtige gespreksruimte beschikbaar, met uitzicht over de Utrechtse stad.
Praktisch filosoferen over mobiliteit

Foto: Shutterstock
Hoe vaak staan we écht stil bij de aannames die aan wat we zeggen ten grondslag liggen? Waar bestaat ons wereldbeeld uit, en is dat wel zo concreet als we zelf denken? “We leven in een metafysische bol, gebaseerd op onze vooronderstellingen, opvoeding, cultuur, en meer.” En, toegespitst op mobiliteit: Hoe denken we over mobiliteit? Waarom vinden we mobiliteit belangrijk? En is toegankelijkheid voor iedereen altijd vanzelfsprekend, wenselijk of zelfs haalbaar?
De middag was een uitdagende oefening in anders denken, in het onderzoeken van de vraag, zonder ‘productiedrang’. Het verkennen van de vraag stond centraal, niet het antwoord zelf. Centraal stond daarbij een methodiek die helpt om diepgewortelde vooronderstellingen te bevragen: Socratic Design.
Bezieling en bewustzijn
De bijeenkomst begon met moment van bezieling en dankbaarheid. Voor gezondheid, voor kinderen, voor het voorjaar. De deelnemers werden zo uitgenodigd om uit hun gewone denken te stappen en om stil te staan bij ons eigen denken. Wat drijft ons eigenlijk? Welke overtuigingen sturen ons handelen? En zijn die overtuigingen wel zo vanzelfsprekend?
Deze manier van kijken vraagt om vertraging. Het antwoord is niet het doel – de waarde zit in het onderzoeken van de vraag.
Wat is Socratic Design?
Socratic Design is een methode en filosofie die de diepere lagen in ons denken bloot legt. De naam verwijst naar Socrates, de klassieke Griekse filosoof die bekend stond om zijn ogenschijnlijk simpele maar confronterende vragen. Socratic Design stelt dat we pas echt kunnen vernieuwen als we onze metafysische ‘bol’ – het geheel aan vooronderstellingen, ideeën en overtuigingen waarbinnen we leven – durven bevragen.
Volgens Socratic Design maken we drie fundamentele denkfouten:
-
We denken dat we de werkelijkheid zien zoals die is, terwijl we in een ideeënbubbel leven (de metafysische bol).
-
We denken dat we denken, maar we herhalen vaak gedachten die we hebben meegekregen.
-
We denken dat we luisteren, maar meestal horen we alleen wat we al (willen) denken.
Pas als we doorvragen tot we onszelf niet meer begrijpen – “ik weet dat ik niks weet” – ontstaat er ruimte voor werkelijke vernieuwing.
Mobiliteit als voorbeeld
Mobiliteit is een krachtig voorbeeld van een systeem vol vooronderstellingen. We nemen vaak aan dat iedereen zich altijd moet kunnen verplaatsen of zelfs dat mobiliteit een mensenrecht is. We denken dat meer mobiliteit beter is. Dat files opgelost moeten worden. Dat parkeren gratis is. Dat fietsen duurzaam is. Dat tijd kostbaar is en reizen verloren tijd.
Maar al deze vooronderstellingen zijn cultureel bepaald en niet universeel. In het Westen heerst een sterk geloof in autonomie en maakbaarheid. We zien mobiliteit als een uiting van individuele vrijheid. In andere culturen – bijvoorbeeld bij de Maori of in het Afrikaanse Ubuntu-gedachtegoed – draait het veel meer om het collectief. “Ik ben omdat wij zijn.”
Wanneer we zeggen dat mobiliteit voor iedereen toegankelijk moet zijn, gaan we ervan uit dat iedereen gelijke mogelijkheden en behoeften heeft. Maar is dat zo? En als we mobiliteit oneindig toegankelijk maken, wie betaalt daar dan de prijs voor – nu, of in de toekomst? Zijn het de planeet, de volgende generaties, de mensen die niet kunnen meekomen?
De spanning tussen individu en collectief
In de dialoog werd duidelijk dat veel van onze keuzes raken aan een dieper mensbeeld: we denken dat mensen autonoom moeten zijn, dat ze hun eigen leven moeten maken. Maar dat idee is cultureel gevormd – het is geen natuurwet. We gaan ervan uit dat keuzevrijheid altijd goed is, maar dat is ook een vooronderstelling.
De vraag “Kan het beperken van mobiliteit een vorm van vrijheidsberoving zijn?” roept dan ook meteen nieuwe vragen op. Wat ís die vrijheid precies? En van wie is die vrijheid? Van het individu dat zich wil verplaatsen, of van de gemeenschap die gebaat is bij rust, gezondheid en duurzaamheid? Wie berooft wie van vrijheid?
Sommigen stelden zelfs: misschien moeten we ons hele mobiliteitssysteem “kapotmaken” om werkelijk tot een ander systeem te komen. Zolang we binnen dezelfde metafysische bol blijven optimaliseren, lossen we alleen symptomen op – maar raken we de oorzaken niet aan.
Stilstaan
Wat doe je als je als adviseur duurzame mobiliteit voorstellen doet, terwijl het politieke klimaat een andere kant op beweegt? Hoe blijf je integer, zonder naïef te zijn? Hoe blijf je verbinden, zonder jezelf te verliezen? We kunnen mobiliteit blijven optimaliseren, plannen en beprijzen. Maar misschien moeten we eerst iets anders doen: stilstaan. Niet om stil te blijven staan, maar om ruimte te maken voor echt nieuwe beweging. Voor reflectie. Voor vragen waar we het antwoord nog niet op weten – en misschien ook niet hoeven te weten.
Dialoog over: Moeten alle mobiliteitsvormen toegankelijk zijn voor iedereen?
Mensen redeneren vanuit de denkwereld zoals het nu is. We leven met het denkbeeld dat de mens autonoom moet zijn. Een eigen leven maken zoals wij dat willen, eigen keuzevrijheid en daar zelf verantwoordelijk voor zijn. We denken dat dat vanzelfsprekend is. Dat verwachten we ook en vinden we belangrijk. Dat bepalen we alleen niet zelf, dat wordt bepaald door onze context. We denken dat het vanzelfsprekend is, maar dat is niet zo. Mensen bevragen het echter niet want ze zitten in het systeem.
We hebben nu een standaard niveau van mobiliteit, dat vinden we normaal. Daar heeft iedereen recht op. Als dat niet zo is, dan ervaren mensen dat als inperking van hun keuzes, als vrijheidsberoving. Dat niveau brengt een mobiliteitssysteem met zich mee dat uit zijn voegen barst. Het heeft een grote impact op grondstoffen wereldwijd door alle voertuigen en op toekomstige generaties door de uitstoot. Dat vraagt om andere keuzes en andere perspectieven. Er is een spanning tussen optimale toegankelijkheid van een individu vanuit wens tot vrijheid en autonomie en de collectieve impact.
Het verschilt per individu hoe (on)afhankelijk je bent. Vraag naar hoe mensen mobiliteit ervaren en wat ze nodig hebben. Praat niet óver mensen. Ga op een menselijk niveau in gesprek met elkaar, dan kan je zo dicht mogelijk bij de gewenste 'hand op de schouder' komen.
Het is niet realistisch om voor iedereen alle vormen toegankelijk te maken. Iedereen is heel veel. Iedereen op de wereld? Alle mobiliteitsvormen is heel veel. Alle vormen die er bestaan?
Het is fijn dat er veel toegankelijk is en er kan worden nagegaan of het toegankelijk kan worden gemaakt voor velen of dat er alternatieven zijn. Dat hoeft niet alleen de overheid te doen, maar juist het collectief. Mensen kunnen heel veel samen. De overheid zijn we zelf. We kunnen een collectief zijn met vooruitstrevende blik en dan een verandering teweegbrengen. Adviezen goed te doordenken, keuzes maken waar je achter staat en dan de politiek goed instrueren. Neem dan voor het collectief beslissingen. Je moet de mens eigenlijk geen keuze geven.
We kunnen niet iedere individuele optimale behoefte vervullen. Je kan het niet voor iedereen goed doen. Individuele keuzevrijheid kan binnen wat je collectief aanvaardbaar vindt.
Loslaten van het denkbeeld dat de mens autonoom moet zijn. Minder keuze vrijheid, minder autonomie. Meer collectief. Meer gelijkheid wereldwijd.
Dank aan alle deelnemers voor deze collectieve wijsheid
Lees hier ook meer over socratic design: https://openresearch.amsterdam/nl/page/90801/socratic-design