Railprojecten ontsporen door ons democratisch bestel
Het is 22 februari 2018. De Rotterdamse wethouder Pex Langeberg (D66) houdt de eer aan zichzelf en besluit op te stappen. Reden: de Hoekse Lijn, het treinspoor dat wordt omgebouwd tot metrospoor, loopt opnieuw vertraging op. Extra kosten: 90 miljoen euro. De onderzoekscommissie noemt het verloop van het project ‘dramatisch’.
Een krappe maand daarvoor: Jacqueline Verbeek, gedeputeerde van de provincie Utrecht, moet vertrekken nadat bekend wordt dat de Uithoflijn meer dan een jaar vertraging oploopt. De rekening loop op met 84 miljoen euro. Een auditrapport laat weinig heel van de provinciale organisatie en de aansturing door de provincie.
Dit zijn zomaar twee voorbeelden. Volgens Wijnand Veeneman, professor aan de TU Delft, en Rob van der Bijl, gastprofessor aan de Universiteit Gent en ov-expert, zijn legio voorbeelden te noemen waarbij sprake is van kosten- en tijdoverschrijdingen. Overigens, zegt Van der Bijl, moet je ook onderscheid maken tussen verschillende infraprojecten. “De Noord/Zuidlijn is veel complexer dan een tramlijn in Utrecht.” Dat klopt wel, zegt Veeneman, “maar het mechanisme erachter werkt hetzelfde.”

Reactie plaatsen •