Stippenkaart als aanvulling op ongevalsregistratie politie

Breng niet alleen de grote maar ook de kleine verkeersongevallen in kaart. Waar hebben ze plaats en hoe kunnen oude en nieuwe onderzoeks- en analysemethoden duidelijk maken waar de schoen wringt? Dat moet een test in de politieregio Gooi- en Vechtstreek leren. Tot eind deze zomer draait dit gebied proef voor een nieuw landelijk systeem voor inzameling van locatiegegevens van verkeersongevallen die tot nu toe buiten de statistiek bleven.

De regionale proef moet onder meer tot een soort 'stippenkaart' leiden. Met zo'n kaart in de hand zouden provincies en gemeenten beter en gerichter verkeersveiligheidbeleid kunnen voeren. Zeker als daar aanvullende analysemethodes op worden losgelaten.
35 Jaar geleden sneuvelden nog 3200 mensen in het verkeer. De mobiliteit nam sindsdien exponentieel toe; het aantal verkeersdoden daalde evenwel tot een kwart. Een succes, maar toch is er zorg over de statistiek. De politie zou zich bij de afhandeling van verkeersongevallen het liefst willen concentreren op opsporing en vervolging. Daardoor zou 'massa' verloren gaan voor beleidsmakers, menen veel wegbeheerders. 'Het kan best zijn dat de nieuwe werkwijze van de politie tot een aanzienlijke aderlating gaat leiden', zegt Wilma Slinger van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer, KpVV.
Projectleider Meine van Essen van AVV betwijfelt of de soep zo heet wordt gegeten. 'Het gaat erom de registratie van verkeersongevallen op een hoger plan te tillen, niet zozeer om een eventueel gat te dichten bij eventuele veranderingen in de politieregistratie.'
Plat gezegd valt 40 à 50 procent van de ziekenhuisgewonden van verkeersongevallen op straat nu overboord. Eigenlijk zou 90 à 95 procent van álle gewonden op straat op de een of andere manier statistisch 'gevangen' moeten worden. Is het niet door middel van politieregistratie, dan door het verzamelen van bijvoorbeeld gegevens van incident management of rittengegevens van de ambulance. Ook ongevallen waar de politie wél weet van heeft maar niet per se op af hoeft te gaan, worden nu in proefregio Gooi- en Vechtstreek zo veel mogelijk verzameld. 'Toedracht- en manoeuvregegevens missen we daarbij weliswaar, maar wegbeheerders krijgen wel een completer beeld waar ongevallen zich afspelen. De stippenkaart wordt gevuld, zodat men in onderzoek- en analysemethodes kan inzoomen op die, kennelijk gevaarlijke locaties’, aldus Van Essen.
Het is voor Van Essen nog maar zeer de vraag of een gewijzigde politieregistratie per saldo leidt tot verschraling. 'Voorlopig blijft alles nog zoals het is. De ongerustheid in den lande is wel begrijpelijk maar anderzijds luidt onze vraag welke informatie decentrale overheden voor hun verkeersveiligheidbeleid nu werkelijk nodig hebben. Uit de proef in Gooi- en Vechtstreek zal blijken of er uiteindelijk sprake is van een verrijking of een verschraling.'
Voor de presentatie van de uitkomsten neemt het KpVV de rol op zich van 'doorgeefluik' naar decentrale overheden. Zo hoopvol als Van Essen is Wilma Slinger van KpVV vooralsnog niet. Als de politie meer op basis van opsporing en vervolging gaat registreren, resteert toch gegevensverlies, meent zij. Ook met de aanvullende maatregelen die nu op stapel staan. 'Maar het is in elk geval een poging om de schade zo beperkt mogelijk te houden.'