In deze rubriek ‘De verkeerskundige van de toekomst’ werpen we een blik vooruit. Hoe ziet de verkeerskunde er dan uit, en wat is er nodig om een gezond werkveld te behouden? Deze keer de visie van Leon Veneberg, werkzaam via Mobypeople. Via Mobypeople is hij gedetacheerd bij de gemeente Amersfoort. “De klassieke vakkennis blijft belangrijk, maar we moeten veel breder leren kijken.”
Verkeerskunde is meer dan techniek

De 24-jarige Veneberg woont in Zwolle. Via Mobypeople is hij momenteel actief bij de gemeente Amersfoort en deed eerder werkervaring op bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug. “Als verkeerskundige ben je steeds vaker een verbindende schakel tussen beleid, techniek én de mensen voor wie je het uiteindelijk doet.”
Volgens Veneberg blijft verkeerskundige basiskennis onmisbaar. “Kennis over bijvoorbeeld parkeren en wegontwerp blijft belangrijk. Maar het vak is ook in ontwikkeling. De toekomst vraagt om verkeerskundigen die verder kijken dan hun eigen expertise. Je moet weten wat er in de omgeving speelt én begrijpen wie de gebruikers zijn.”
Meer dan technische kennis
Veneberg pleit dan ook voor een bredere skillset. “De verkeerskundige van de toekomst moet kunnen schakelen tussen disciplines, goed kunnen communiceren én digitale tools kunnen toepassen. Denk aan het werken met GIS-kaarten of AI-tools. Het helpt enorm als je daar niet bang voor bent, maar juist nieuwsgierig.”
Tegelijkertijd ziet hij een belangrijke valkuil: data als doel op zich. “Er wordt ontzettend veel data verzameld – van sensoren op fietsen die de luchtkwaliteit meten tot automatische parkeertellingen. Dat is allemaal nuttig, maar je moet wél weten wat je ermee wilt. Een mooi kaartje maken is leuk, maar het gaat erom dat we de inzichten ook écht inzetten voor betere mobiliteit voor de gebruiker.”
Van wijk- tot systeemniveau
Veneberg werkt als wijkverkeerskundige in een multidisciplinair team, waarin ook collega’s uit het sociaal domein zitten. “Zij hebben het bijvoorbeeld over dementievriendelijke wijken of over het welzijn van ouderen. Dat zet mij ook aan het denken: als je iets ontwerpt in een wijk met veel mensen met dementie, hoe houd je daar dan rekening mee in de inrichting? Dat leer je niet uit een studieboek.”
Daarom moeten verkeerskundigen volgens hem ook leren van andere vakgebieden. “Van stedenbouwers leer je om gebiedsgericht en ruimtelijk te denken. Van gedragswetenschappers leren we hoe je mobiliteitskeuzes kunt beïnvloeden zonder meteen naar infrastructurele maatregelen te grijpen. En van collega’s uit het sociaal domein hoe je kwetsbare groepen beter meeneemt. Die kruisbestuiving is essentieel.”
Ruimte onder druk
Een van de grootste uitdagingen voor de toekomst is volgens Veneberg de toenemende ruimtedruk. “Er is steeds meer concurrentie tussen thema’s: wonen, energie, groen, economie en mobiliteit. Dat zorgt soms voor spanningen. Je kunt als verkeerskundige wel roepen dat je zoveel meter nodig hebt voor parkeren of doorstroming, maar als dat ten koste gaat van een park of wateropvang, moet je samen tot een passende oplossing komen.”
Geen gemiste kansen meer
Veneberg ziet ook kansen die we in het verleden lieten liggen. “Tijdens corona werkten ineens veel mensen thuis, de files verdwenen, we hadden even ademruimte. Maar na de pandemie vielen we toch weer terug in het oude gedrag. Dat was een kans om ons mobiliteitspatroon structureel te veranderen. We waren ons daar niet voldoende van bewust, denk ik.”
Voor de toekomst is het volgens hem belangrijk om wél op tijd te reageren op zulke ontwikkelingen. “Mobiliteit verandert soms sneller dan we denken, ook door externe factoren. Daar moeten we wendbaarder mee omgaan.”
Een frisse blik
Aan de volgende generatie verkeerskundigen geeft Veneberg mee om nieuwsgierig te blijven. “Mobiliteitsvraagstukken worden steeds complexer, maar dat biedt ook kansen om het verschil te maken. Verkeerskunde is geen puur technische discipline meer. Het gaat over mensen, leefbaarheid en ruimte. Durf buiten de lijntjes te denken, stel vragen en werk samen met andere vakgebieden.”
Hij merkt dat jonge verkeerskundigen soms op een andere manier naar problemen kijken dan collega’s met jaren ervaring. “Dat is waardevol. Soms moet je een beetje tegen heilige huisjes durven schoppen. De meest waardevolle oplossingen zijn vaak degene waarin iedereen zich herkent. Mobiliteit is van en voor ons allemaal.”