Meer vrijheid voor de speedpedelec
De vorige aflevering van deze blog heette “De Speedpedelec: onterecht op het strafbankje”. Hieronder gaan we ons best doen om dit duurzame alternatief voor de auto op reisafstanden van 20 tot 40 km van het strafbankje af te halen en een stap te maken op het gebied van innovatie van de fietsmobiliteit.
De belangrijkste reden om de speedpedelec niet meer te behandelen als een 'brommer', is dat het gebruik zozeer hybride is (hier wordt vooral op de snelheid gedoeld) dat deze fiets zich niet in een keurslijf laat duwen waarbij de vermeende maximum snelheid (45 km/u) als leidraad geldt. De twee oplossingsrichtingen die we hier bespreken zijn een volledige keuzevrijheid of een gericht ontheffingsbeleid. Natuurlijk zouden we ook nog terug kunnen naar het blauwe plaatje: terug naar het verplicht gebruik van het fietspad.
Om met het laatste te beginnen: daar kleven een paar onhandige nadelen aan. De belangrijkste is dat de speedpedelecrijder de mogelijkheid ontnomen wordt om alsnog op de rijbaan te rijden met hoge snelheid. Daardoor vervalt een belangrijk voordeel van het gebruik van de fiets, als vervanger van de auto op middellange afstand. Deze maatregel wringt ook met het hybride karakter van de fiets en met de Europese regelgeving.
Hoe zien de hoofdlijnen van de twee belangrijkste oplossingsrichtingen er uit en wat zijn de voor- en nadelen?
Ontheffing op specifieke trajecten
Populair ook wel 'de Gelderlandmaatregel' genoemd, waarbij verwezen wordt naar de vier objectieve criteria waarbij de provincie Gelderland de speedpedelec op het fietspad (bord G11) toestaat door het plaatsen van een onderbord 'Speed-pedelec toegestaan'. De vier criteria worden toegepast op de rijbaan en zijn: (1) een maximumsnelheid boven de 50 km/u, (2) een V85 hoger dan 60 km/u bij een maximumsnelheid van 50 km/u, (3) een gebiedsontsluitingsweg met een intensiteit van meer dan 10.000 voertuigen/dag in combinatie met een verhoogde of algemene rijbaanscheiding en (4) de aanwezigheid van een verkeersregelinstallatie met meerdere voorsorteervakken.
Een uitgebreidere versie van deze maatregel kan zijn het toestaan van de speedpedelec op specifieke fietspaden, vooral snelfietspaden, die voldoende ruimte en veiligheid bieden aan deze snellere fietser. De maatregel wordt dan toegepast los van de status van een eventueel naastliggende rijbaan.
Voordeel van deze maatregel is dat de wegbeheerder gericht de speedpedelec keuzevrijheid kan bieden op bepaalde trajecten. Het zal zeker de situatie voor veel rijders verbeteren. Door het toepassen van zichtbare bebording is er duidelijkheid voor het overige fietsverkeer. De zichtbare bebording kan ook nog een ‘promotioneel’ effect hebben op het fenomeen speedpedelec.
Nadeel is de noodzaak tot het plaatsen van die bebording en last but not least zal er een verkeersbesluit moeten zijn. De provincies Gelderland en Groningen hebben deze weg al bereden waardoor er minder zorgen zijn voor een positieve juridische toetsing. De fietser die de file op de rijbaan wil ontwijken en gewoon niet snel wil of kan fietsen zal nog steeds illegaal het fietspad op moeten. Dit is goed, maar vanuit het gebruikersoogpunt voor velen nog niet ideaal.
Keuzevrijheid
Een vorm van algemene keuzevrijheid ondersteunt het de facto rijgedrag van circa 90 procent van de rijders in Nederland. De vraag is alleen hoe de wegbeheerder dit zelf kan organiseren, aangezien helaas vooralsnog geen gewijzigde landelijke wetgeving op dit punt mag worden verwacht. Om dit met bebording te gaan realiseren is praktisch gezien mogelijk, maar vanuit financieel oogpunt wellicht onwenselijk.
Daarom wordt door een aantal grote gemeenten gedacht aan een algemene of persoonlijke ontheffing. Een belangrijk aspect van een persoonlijke ontheffing is dat deze ingetrokken kan worden. Bijvoorbeeld bij het constateren van (herhaaldelijk) roekeloos rijgedrag. Een persoonlijke ontheffing zal de rijder ook bewuster maken van zijn verantwoordelijkheden dan een algemene.
Voordeel van deze maatregel is dat de rijder zelf de situatie kan inschatten op de rijbaan en een verantwoorde keuze daarin kan maken. Daarnaast hoeft de wegbeheerder niet een uitputtende hoeveelheid borden te plaatsen.
Nadelen zijn er ook. Bij het passeren van de gemeentegrens vervalt de ontheffing. Het zou daarom zinvol zijn een dergelijke maatregel op provinciaal en/of regionaal niveau te coördineren. Daarnaast kan onduidelijkheid ontstaan bij de overige weggebruikers. Zij zien soms een speedpedelec op de rijbaan en soms een met lagere snelheid op het fietspad. Voorlichting is daarom van belang. Een praktische maatregel kan zijn om selectief en/of bij de gemeentegrens borden te plaatsen met 'Let op! Speedpedelec op het fietspad toegestaan'.
Regelgeving die meebeweegt
De innovatie in fietsmobiliteit gaat snel. De diversificatie van de fiets zet door en is niet te stoppen: in snelheid, in vorm (breedte) en in toepassing (privé, zakelijk).
Hoe meer de regelgeving uit de pas gaat lopen met het daadwerkelijke en gewenste gebruik van het vervoermiddel en de weginfrastructuur hoe minder we in staat zullen zijn om de veiligheid voor alle verkeersdeelnemers goed te faciliteren.
Meebewegen
Daarom moet de regelgeving op verstandige wijze ‘meebewegen’. Een regelgeving in combinatie met weginfrastructuur die ‘logisch’ overkomt bij de gebruiker en zijn wensen zal beter in staat zijn te sturen op veiligheid. Soms moeten we daarbij keuzes maken waarvan we op voorhand de risico’s niet volledig kunnen inschatten. Deze is er zo een.
Voor de speedpedelec betekent dat keuzevrijheid op het fietspad en de rijbaan met daarbij aangepast rijgedrag. Daarmee ondersteunen we een fantastisch nieuwe fietsmobiliteit die de kansen vergroot dat men duurzaam de auto laat staan en wel op afstanden die een flinke reductie op CO2-emissie opleveren.
Auteur: Martin de Vries
Reactie plaatsen •