Henk Meurs: Ga uit van 2100 en programmeer terug

donderdag 11 juni 2020

We zijn misschien te veel day-to-day-managers geworden van het transportsysteem. Een rijstrook erbij is iets anders dan je vervangingsopgave programmeren voor een basisnetwerk van onze toekomstige samenleving. Vergeten we misschien wel eens dat onze huidige basisstructuur is bedacht in de jaren 30 van de vorige eeuw? Een pleidooi voor een rijksplanologische studie naar onze samenleving in 2100.    

Henk Meurs is hoogleraar Ruimte en Mobiliteit en adviseur-onderzoeker bij zijn onderzoeksbureau MuConsult, “Een prachtige combinatie van kennis en beroepenveld die ook na 30 jaar nog voor geen meter verveelt”. Reden? ”Het gaat over mobiliteit en mobiliteit gaat over het leven. Dat merken we nu in coronatijd. He erg vinden we het om thuis te moeten blijven?” 

We spreken met Meurs over de vervanging en renovatieopgave. Hoe kijkt hij daar met zijn brede blik naar? Meurs pelt af: “Wat gebeurt er als we niets doen?” Daar is hij snel klaar mee: een haperende of kapotte  brug verbreekt al snel de samenhang in ons maatschappelijk netwerk en grondgebied. Je moet het dus wel doen om de sociaal-economisch- en maatschappelijke situatie in ons land te bestendigen en te verbeteren.” 

Hoewel Meurs zich op het gebied van onderhoud liever ‘gebruiker’ dan ‘expert’ noemt, leert hij uit internationale benchmarks, dat de infrastructuur in Nederland er nog redelijk goed bij ligt. “Met name op het spoor.” Met een kleine kanttekening van hem daarbij: “De scheiding die wij kennen tussen spoorinfra en reizigers voorkomt dat er te veel budget wordt besteed aan reizigers ten koste van infra.” Maar dit terzijde. We spreken nu over de opgave in de wegeninfrastructuur.  

“Het belang van de governance moeten we niet onderschatten”, vervolgt  Meurs. “Het is zoeken naar het juiste moment van bestedingen, niet te vroeg of te veel maar ook niet te laat, want je wilt geen gevaar creëren. Dus als je weet dat je iets moét doen en governance is belangrijk, dan kijk je vervolgens ver vooruit.” En met ver bedoelt Meurs, heel ver. Niet tot 2040, maar tot 2100. “Wat zijn je ambities? Hoe ziet die samenleving er dan uit?”  

“Stel je opteert voor duurzame mobiliteit. Bij zo’n toekomstbeeld hoort een ander netwerk dan bij een andere ambitie voor de toekomst. Volgens mij hebben we daar nog geen gedachten over. Ik ken in ieder geval geen studies over die hele lange termijn, wel van de Deltacommissie voor water.” Wat Meurs betreft mag zo’n studie voor onze mobiliteitsinfrastructuur snel volgen.       

Kijken we niet heel ver, bijvoorbeeld naar 2050 – want daar zijn we over 10-20 jaar al bijna - dan blijven we uitgaan van onze huidige denkstijlen. Richten we ons op 2100, dan kom je tot een vrijere invulling van ambities op rijksplanologisch niveau. Dat hoeft dan nog geen blauwdruk voor een infranetwerk op te leveren, maar als je het nu moet gaan hebben over vervanging en renovatie van kunstwerken die in feite ons basisnetwerk bepalen, dan ligt daar nu de mogelijkheid tot fundamentele aanpassingen. Die aanpassingen zouden we de komende jaren moeten kunnen plannen en uitvoeren. Daarvoor moet je dus weten voor welke samenleving je bouwt. Zo’n visie op de toekomst bevat ideeën over technologie, over land, zee en in de lucht, over hoe de samenleving dan functioneert en welke ruimtelijke structuur daarbij wenselijk is.”  

Zijn we niet te veel day-to-day-managers van het transportsysteem geworden, vraagt Meurs zich af. “Natuurlijk is dat ook belangrijk: Hier of daar een rijstrook erbij. Het gaat dus om én, én, niet om of, of.  We moeten voor ogen houden dat onze kunstwerken de basisstructuur vormen van onze netwerken. Misschien vergeten we wel eens dat die basisstructuur in de jaren 30 van de vorige eeuw is bedacht. Nu we aan de opgave van vervanging van kunstwerken staan en we weten dat we ook ambities en opgaven hebben rond duurzaamheid, klimaat en energie en we weten dat technologie een grote rol gaat spelen, hoe belangrijk is het dan niet om de komende vervanging te richten op een basisnetwerk dat vorm geeft aan een visie op onze toekomstige samenleving?  

Als je uitgaat van een visie op 2100 dan programmeer je niet naar voren maar draai je het om, dan programmeer je terug. Dan begin je aan de andere kant. Dan hoef je misschien niet elk kunstwerk in stand te houden. Dan bepaal je welke kunstwerken je nu al vastlegt en welke je variabel wil houden.” Het is een uitdaging om van 2040 naar 2100 te gaan, erkent Meurs. Dat  zijn hele brede denkbeelden, maar ze maken het wel mogelijk om ze bundelen, bijvoorbeeld met de klimaatopgaven.”  

“De Deltacommissie laat zien dat je ontwikkelingen kunt aanjagen op basis van een vergezicht. Dat is niet het doortrekken van WLO-scenario’s. Ook de visies van de planbureaus en universiteiten zitten naar mijn gevoel nog net iets te dicht het hier en nu, maar durven denken: wat wil je, waar wil je naar toe.”  

Terug naar governance: “Het lijkt me een overheidstaak, om een kwartiermaker aan te stellen voor een visie op de toekomst van mobiliteit. Dat kan bijdragen aan toekomstbestendige besluitvorming voor de vervagingsopgave. Die beeldvorming zou nu moeten plaatsvinden, zodat een komend kabinet er een keuze in kan maken. En dan kunnen we terug-ontwerpen.  Dus niet het erop aan laten komen en redden wat er te redden valt, maar nadenken over: wat willen we. Het is een beleidsvraag, ik hoop dat we dat gaan doen.”  

Henk Meurs, hoogleraar Mobiliteit en Ruimtelijke ontwikkeling Radboud Universiteit en directeur MuConsult

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.