Peter Struik: Innoveren is hét antwoord op toekomstige vragen

vrijdag 28 augustus 2015
timer 11 min
Functioneel, kosteneffectief, duurzaam en veilig werken

Innovatie? Aan het woord is Peter Struik, als HID verantwoordelijk voor een Rijkswaterstaatbrede visie op water-, hoofdvaarwegen- en hoofdwegennetwerken en op kennis daarover. Hij smeedde de Waterdienst en Dienst Verkeer en Scheepvaart samen tot de kennis- en ontwikkeldienst Water, Verkeer en Leefomgeving, WVL. Ook Connecting Mobility vloeit voort uit de visie dat je toekomstige maatschappelijke vraagstukken samen bekijkt en innovatief oplost. Anders gezegd: innovatie begint bij de organisatie.

Peter Struik (58) studeerde waterbouwkunde aan de TU Delft (1982) en werkt sindsdien onafgebroken bij Rijkswaterstaat. Hij hield zich bezig met alle facetten van grote (2e Beneluxtunnel) en innovatieve (Sijtwende tunnel) bouwprojecten. Ook stond hij aan de wieg van de Design Build, Finance en Maintain-contracten (DBFM)- in de weg en waterbouw.

Hoe omschrijft Struik het belang van innovatie voor Rijkswaterstaat?
‘In een zogeheten ‘lean’ organisatie als Rijkswaterstaat volstaat vaak een standaardoplossing. Maar om de nationale netwerken op duurzame en kosteneffectieve wijze te ontwikkelen en te beheren, zetten we gericht in op innovaties die bijdragen aan: meer functionaliteit en/of flexibiliteit (toekomstbestendigheid), lagere levenscycluskosten en meer duurzaamheid en/of veiligheid.’

Voor welke netwerken geldt dat?

‘Het belang van innovaties geldt voor alle netwerken; voor het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem. Factoren als extremen in het weer, het intensiever gebruik van wegen en vaarwegen of de snelle verandering van informatietechnologie zijn allemaal van invloed op onze netwerken. Binnen de netwerken liggen wel weer prioriteiten.’ 

Is innoveren een antwoord op toekomstige vragen?
‘Innoveren is hét antwoord op toekomstige vragen. We staan voor grote maatschappelijke uitdagingen: de wereld verandert snel en het is aan ons om slimme, nieuwe, en duurzame oplossingen aan te reiken om ons land op een betaalbare manier veilig, bereikbaar en leefbaar te houden. Een paar voorbeelden: we ontwikkelen met marktpartijen en kennispartners, een nieuw, ultrastil wegdek om geluidsoverlast langs de snelweg te voorkomen. En ook internationaal werken we met marktpartijen, kennisinstellingen en andere overheden aan de ontwikkeling van in-car informatiesystemen. Daarmee bereiken we dat weggebruikers, ook op internationale corridors, hun bestemming vlot, veilig en goed geïnformeerd kunnen bereiken. In de steeds drukker wordende stedelijke omgevingen is dit erg belangrijk en wordt de wegcapaciteit dan maximaal benut.’

Is er sprake van een Innovatieagenda?

‘Ja, we hebben een Innovatieagenda ontwikkeld, samen met onze markt- en kennispartners. In deze Innovatie-agenda staat welke innovatievragen RWS de komende jaren prioriteit geeft en op welke thema’s RWS wil innoveren. Dit alles moet plaatsvinden binnen de huidige begroting. Na de publicatie van de Innovatieagenda eind 2014 hebben al meerdere marktpartijen contact gezocht met innovatieve ideeën die momenteel verder worden verkend. We hebben een speciaal loket hiervoor geïnstalleerd: de Servicedesk Zakelijk. Hier kunnen ideeën worden gemeld van bedrijven en instellingen die aansluiten op de Innovatieagenda. Meer informatie hierover is te vinden via: zakelijk@rws.nl.

Innovatief aan deze opzet is dat je hiermee nieuwe spelers in beeld krijgt die een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Naast de Innovatieagenda hanteren we ook het ‘beleidskader Innovatiegericht Inkopen’. Hierin staat via welke samenwerkings- en inkooparrangementen Rijkswaterstaat zijn innovaties wil realiseren. De Innovatieagenda geeft aan wat we willen op gebied van innovaties, het beleidskader geeft aan hoe we dan kunnen realiseren.’

Gezond innovatieklimaat 

Struik: ‘Ook werken we aan een ‘gezond innovatieklimaat’, want innoveren doe je samen. Samen met andere overheden, met burgers, met kennisinstellingen en met het bedrijfsleven. Bij ieder vraagstuk moeten we scherp krijgen welke partijen passende oplossingen kunnen bieden. Dat hangt af van de breedte van het vraagstuk en van andere partijen binnen en buiten Nederland, die vergelijkbare uitdagingen hebben. Wij zijn in dialoog met een groot en relevant veld en dat vraagt ook iets van ons. Wij zijn als Rijkwaterstaat een van de grote wegbeheerders en voelen ons ook zeer verantwoordelijk voor goed functionerende netwerken, maar werk je samen aan ontwikkelingsmogelijkheden, dan mag je nooit domineren. In een gezond innovatieklimaat is er sprake van een samenspel van verschillende spelers die ieder voor zich ook goed moeten kúnnen spelen. De grootste uitdaging daarbij is het elkaar begrijpen en de uitdagingen begrijpen.

Bij innoveren probeer je eerst de toekomst te duiden en daarmee ga je aan de slag, in een open benadering. Soms staat dat op gespannen voet met zaken als intellectueel eigendom, maar daar moet je uit zien te komen. Successen die zo tot stand zijn gebracht zijn de Bouwcampus in Delft of de Innovatiecentrale in Helmond. Het zijn belangrijke test- en onderzoeksinstellingen die innovaties van verschillende spelers en partijen met allerlei faciliteiten een stap verder brengen.’

Hoe vind je de juiste partners?

‘Dit wordt mede bepaald door in beeld te brengen of oplossingen al bestaan en alleen geïmplementeerd hoeven te worden, of nog geheel ontwikkeld moeten worden. Zo werken we aan innovaties in internationale context, bijvoorbeeld binnen het Europese kaderprogramma voor onderzoek en innovatie van de EU, Horizon 2020.’

Infravation

‘Een concreet voorbeeld van internationale samenwerking binnen Horizon 2020 is het programma Infravation waarin we met 11 Europese landen en de Verenigde Staten ons richten op transnationale onderzoeks- en innovatieprojecten op het gebied van innovatieve infrastructuur. Maar ook op nationaal niveau werken we samen , bijvoorbeeld binnen de context van de Topsectoren in Nederland. Ook bieden we de mogelijkheid om innovaties uit de grond-, weg- en waterbouwsector (GWW) te testen op ons areaal, mits aan voorwaarden is voldaan om te blijven zorgdragen voor veilige (vaar)wegen. In de Innovatie-agenda staan tien thema’s benoemd waarop we innoveren. Alle innovaties binnen deze thema’s voegen waarde toe aan onze netwerken én aan de omgeving.’

Gouden vierkant

‘We innoveren zogezegd met marktpartijen, kennispartijen en steeds vaker ook met burgers. Dit noemen we het gouden vierkant. Ieder werkt mee vanuit zijn of haar eigen perspectief. Veelal formuleert de overheid de kaders: om welke uitdaging gaat het, welke randvoorwaarden gelden hiervoor en op welke wijze willen we het innovatieproject insteken. De markt helpt ons met het verder vorm geven van de randvoorwaarden, het helder formuleren van de innovatievraag en komt met creatieve ideeën en oplossingen. Vervolgens gaan marktpartijen aan de slag om bijvoorbeeld een nieuw product te ontwikkelen, denk aan de ontwikkeling van het stille wegdek dat nu door een aantal consortia wordt ontwikkeld. De aangesloten kennisinstellingen werken vervolgens aan een goed testprogramma, aan validatietechnieken of aan nieuwe modelontwikkelingen. Ook leveren zij onmisbare kennis over nieuwe ontwikkelingen; denk aan het effect van robotisering op de maatschappij.

Dit geeft aan dat juist de combinatie van overheid, markt en kennis zo belangrijk is. ‘Ieder voor zich’ werkt niet meer, ‘in gezamenlijkheid’ werkt wel. En, steeds vaker werken ook burgers mee. Zo onderzochten we de kwaliteit van verzorgingsplaatsen op basis van de input van een grote groep smartphone-gebruikers. Via een app (Roamler) beoordeelden zij 314 verzorgingsplaatsen ter plaatse, aan de hand van een door ons opgestelde vragenlijst. Centraal stonden de punten schoon, heel en veilig.’

Waar is de grootste urgentie?

‘Urgentie is er op al onze netwerken en op veel onderdelen daarvan. Ik noem er een paar. Rijkswaterstaat heeft 650 grote natte kunstwerken (sluizen, stuwen en bruggen) in beheer, die samen een geschatte vervangingswaarde hebben van enkele miljarden euro’s. Een deel hiervan moet tussen 2020 en 2040 worden vervangen. Omdat dit een enorme opgave is, verkennen we nu al met onze partners hoe we dit duurzaam en kosteneffectief kunnen doen. Innovaties spelen hierbij nadrukkelijk een rol. Immers, vervang je op dezelfde manier, dan ga je voorbij aan allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, aan nieuwe wensen van gebruikers, aan nieuwe mogelijkheden en aan nieuwe vormen van verkeersmanagement. Anders gezegd: we moeten maatschappelijke veranderingen, mogelijkheden van multifunctionaliteit en energievoorziening koppelen aan het wegbeheer.Op de Bouwcampus – een initiatief van Rijkswaterstaat, Rijksgebouwendienst, diverse gemeenten, TU Delft en Bouwend Nederland - wordt een deel van dit vraagstuk verder opgepakt en uitgewerkt.

Vervanging sluizen

Een concreet voorbeeld in dit verband betreft de vervanging van sluizen. Van de 137 sluizen die RWS in beheer heeft, zijn er vóór 2040, 52 aan vervanging toe. Met het programma MultiWaterWerk streven we naar een standaard basisontwerp van een waterkunstwerk. Dit betekent dat we met partners op zoek zijn naar slimme oplossingen voor sluisonderdelen die niet eenmaal, maar vaker toepasbaar zijn. Dat vraagt om een innovatieve inkoop in plaats van een geïsoleerde, enkelvoudige aanbesteding. De standaardisatie via dit Programma levert lagere levenscycluskosten op én een betere voorspelbaarheid in bouwkosten en –bouwtijd. Bovendien neemt de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de sluizen toe.

Naast de ontwikkelingen ín de infrastructuur zien we ook grote veranderingen óp de weg door toenemende ICT-ontwikkelingen. Binnen tien jaar zal zo’n tweederde van de  voertuigen op de Nederlandse wegen met elkaar kunnen communiceren via coöperatieve systemen; over 20 jaar geldt dit nagenoeg voor het gehele wagenpark. Dit biedt mogelijkheden om het wegennet beter te benutten en de veiligheid en leefbaarheid te vergroten. Ook daar zet Rijkswaterstaat, samen met partners, volop op in. In toenemend verstedelijkte gebieden, zoals de Randstad, zijn deze ontwikkelingen noodzakelijk om onze omgeving leefbaar te houden en om veilig op pad te kunnen gaan.’

Waarop hebben de meeste innovaties plaats?

‘Innovaties vinden op veel vlakken plaats en op alle netwerken. Soms gaat het om kleine innovaties, soms om grote. De ontwikkeling van bijvoorbeeld ZOAB is een grote innovatie geweest, net als de ontwikkeling van de Zandmotor: ter hoogte van het Zuid-Hollandse Monster is een enorme ‘zandduin’ in zee opgespoten die nu door de natuurlijke stroming langs de kust wordt ‘getrokken’ en zo een extra zandwering vormt. Daarentegen is de ontwikkeling van DRIP’s een relatief kleine innovatie maar  wel een die een groot positief effect op ons hoofdwegennet veroorzaakt.

Hoe verschillend de innovaties en innovatie-effecten ook zijn, steeds houden we onze innovatiedoelen scherp in het oog. Bijvoorbeeld het doel kosteneffectiviteit bereiken we met ‘MultiWaterWerk’, duurzaamheid en veiligheid staan voorop bij duurzame productie van het wegdek en het inrichten van een solar highway, terwijl de organisatievorm Connecting Mobility garant staat voor het verhogen van de functionaliteit.’

Wat ziet de weg(vaarweg)gebruiker nu al van innovaties en wat gaat de (vaar)weggebruiker binnen afzienbare tijd zien of ervaren?

‘Soms ziet een weggebruiker niets van een innovatie. Bijvoorbeeld als het asfalt op een andere manier wordt geproduceerd en we veel besparen op CO2-uitstoot. Dit ziet de weggebruiker niet, maar is wel een belangrijke innovatie.

Soms kan een oplettende (vaar)weggebruiker meer zien dan iemand die niet oplet. Wie ziet bijvoorbeeld straks het materiaal van de nieuwe sluisdeuren in het Wilhelmina Kanaal bij Tilburg? Dit is een krachtige en doelmatige innovatie en vormt een duidelijke opschaling van een techniek in opkomst. Het innovatieve karakter zit met name in de toepassing van vezelversterkte kunststof, waarvan de sluisdeuren zijn gemaakt. De kwaliteit van het product is hoog, het is duurzaam en kostenbewust. Een belangrijke innovatie, maar of de passant dit er allemaal vanaf ziet? Ik denk het niet.'

'Wat men wel zal zien en merken zijn de innovatieve technieken om een betere doorstroming op de weg te krijgen. De Praktijkproef Amsterdam vormt hiervan een voorbeeld. Drie nieuwe proeven starten dit jaar in Amsterdam-Noord en Zaanstad, Amsterdam West (A10) en in Amsterdam-Zuidoost. Verkeerslichten worden afgestemd op de drukte op de weg en de informatie van systemen langs de weg wordt gecombineerd met gegevens van automobilisten. Doel is betere doorstroming, zowel in de dagelijkse spits als tijdens evenementen. Ook hier is het belangrijkste dat we kosteneffectiever, duurzamer en veiliger werken aan de vraagstukken voor morgen. Die rol nemen we serieus en daar zijn we ook op aan te spreken. Concreet hebben we hiervoor de Innovatieagenda opgesteld, werken we aan een goed innovatieklimaat, nemen initiatieven en bewaken de voortgang.’

Is innoveren ooit klaar?

‘Nee. Innoveren is al van heel lang geleden en hopelijk van ver in de toekomst. Als we heel ver teruggaan, richting het stenen tijdperk, was het maken van vuur een grote stap voorwaarts. De ontdekking dat met vuurstenen een vonk ontstond, de vonk kon worden opgevangen op brandbaar materiaal en er een vuurtje ontstond, was een innovatie van jewelste. In de 18e en begin 19e eeuw vormde de industriële revolutie voor een breuk met vroegere tijden, voor een groei van de economie en van de welvaart en voor een relatief snelle uitvinding, ontwikkeling en toepassing van nieuwe technieken. Momenteel wordt er bijvoorbeeld hard gewerkt aan de ontwikkeling van (zelfrijdende) auto’s die rijden op elektriciteit, en als het kan op elektriciteit die wordt opgewekt door duurzame bronnen. Daarom, innovatie is van alle tijden.’

Peter Struik, Rijkswaterstaat, HID Water, Verkeer en Leefomgeving

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.