Het is bekend dat het aandeel senioren de komende decennia stijgt. Ook worden we gemiddeld ouder, de levensverwachting is nu 81,9 jaar[*] en deze stijgt naar 86,5 jaar in 2050. Dat is goed nieuws. Het betekent ook dat ouderen langer zelfstandig en mobiel willen en moeten blijven. Hoe zorgen we voor mobiliteit en verkeersveiligheid in deze vergrijzende samenleving? We zien een paar complexe maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit van fietsers, voetgangers en mensen die minder mobiel zijn. Daarop moeten wij als professionals in verkeersveiligheid, nu anticiperen.
De verkeerskundige voor een ouder wordende samenleving

Foto: Shutterstock
Met het oog op de vergrijzing verwachten we dat het aantal mensen dat gebruik maakt van een mindervalidevoertuig toeneemt. Onder dit type voertuigen valt de bekende scootmobiel, maar bijvoorbeeld ook een gesloten gehandicaptenvoertuig met een cabine. Tot nu toe was er weinig bekend over de omvang en oorzaken van ongevallen met deze voertuigen. Daarom vroeg het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om meer inzicht in de omvang en toedracht van een ongeval met een mindervalidevoertuig. De onderzoeksresultaten geven input voor de ontwikkeling van een nieuw wettelijk kader voor mindervalidevoertuigen.
Omvang ongevallen met mindervalidevoertuigen
In 2022 vonden naar schatting 1.900 tot 3.600 spoedeisende hulp(SEH)-behandelingen plaats voor letsel opgelopen bij een verkeersongeval met een mindervalidevoertuig. In bijna twee op de drie gevallen is sprake van ernstig letsel
(gedefinieerd als MAIS2) bij het slachtoffer. Daarnaast vonden er 300 ziekenhuisopnamen plaats en overleden 40 inzittenden als gevolg van een verkeersongeval. Dat is 5 procent van alle dodelijke verkeersongevallen.
Hoewel niet significant, zien we in de periode 2013-2022 een stijgende tendens van het aantal SEH-bezoeken met ernstig letsel (MAIS2), na een ongeval met dit type voertuig. Ook is het aantal ziekenhuisopnamen sinds 2015 fors toegenomen en het aantal overledenen licht gestegen (op basis van LBZ data - opnames
Nederlandse ziekenhuizen - en CBS data). De SEH-bezoeken en ziekenhuisopnamen leidden in 2022 tot naar schatting 18-35 miljoen euro aan directe medische kosten (3 tot 5 procent van de totale directe medische kosten van verkeersongevallen).
Oorzaken van ongevallen met mindervalidevoertuigen
Meer dan de helft van de slachtoffers had een eenzijdig ongeval (57 procent). Daarbij is het slachtoffer uit het voertuig gevallen of met het voertuig gekanteld. Dat kan veroorzaakt zijn door een ongelijk wegdek, door het fout nemen van een bocht, een bedieningsfout of doordat het slachtoffer moest uitwijken voor een obstakel of andere verkeersdeelnemer.
Wat kan beter?
Een stabieler voertuig op vier wielen kan het aantal kantelincidenten verminderen. Ook verlaagde stoepranden, een gebruiksvriendelijkere bediening van het voertuig of specifieke vaardigheidstrainingen kunnen leiden tot minder ongevallen. Verdiepend onderzoek naar de invloed van verschillende type voertuigen, het weggebruik en het risicogedrag van bestuurders, is nodig om effectieve interventies te bepalen die het aantal ongevallen structureel verlagen.
Meer oudere fietsers
Ziekenhuizen en ambulancediensten hebben hun handen vol aan de oudere fietsslachtoffers (55 jaar en ouder). Zij waren in 2023 verantwoordelijk voor 40 procent van de SEH-bezoeken onder fietsers, wat neerkomt op 28.800 SEH-bezoeken. Driekwart van deze slachtoffers had ernstig letsel.
Wat speelt er?
Twee derde van de fietsslachtoffers in de leeftijd van 55 jaar en ouder raakte gewond als gevolg van een eenzijdig ongeval. Hoewel fietsongevallen vaak ontstaan door een samenloop van omstandigheden zien we bij oudere fietsers een aantal factoren die van invloed zijn:
• Elektrische fietsen zijn populair. Uit verdiepend onderzoek in 2020-2021 blijkt dat 68 procent van de 55+ fietsslachtoffers op een elektrische fiets reed. Deze fiets is verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de toename in ernstig letsel onder deze groep[*].
• Veel ongevallen ontstaan doordat ouderen hun evenwicht verliezen tijdens het fietsen. Ouderen lopen mogelijk meer risico doordat zij vaker specifieke gezondheidsproblemen hebben en door algemene achteruitgang van hun motorische-, cognitieveen sensorische functies.
• Omgevingsfactoren zoals de toestand van de weg, de verkeerssituatie en de weersomstandigheden (glad of nat wegdek) zijn veelvoorkomende oorzaken. Het kan leiden tot uitglijden, het moeten uitwijken of het botsen met een obstakel of met een andere verkeersdeelnemer.
• Uit verdiepend onderzoek in 2020-2021 blijkt dat slechts 3 procent van de 55-plussers een helm droeg. Er was geen verschil in helmgebruik tussen gebruikers van een gewone of een elektrische fiets. Eén op de zes ouderen (17 procent) overweegt na het ongeval een helm te gaan dragen. Dat zijn relatief vaker ouderen die een elektrische fiets gebruiken. Een val zonder helm leidt eerder tot ernstiger hoofd- of hersenletsel.
Wat kunnen we doen?
Steeds meer ouderen zijn angstig om te fietsen, terwijl fietsen bijdraagt aan de gezondheid, sociale inclusie en zelfredzaamheid. Met interventies houden we fietsen toegankelijk voor de oudere fietser. Drie hoofdelementen zijn daarbij belangrijk, namelijk: beweegtraining, fietsvaardigheidstraining en voorlichting over risico’s en hulpmiddelen. Deze onderdelen maken deel uit van de fietsveiligheidtraining van VeiligheidNL in Friesland, binnen het landelijke programma Doortrappen. Verder is een veilige infrastructuur en het gebruik van beschermingsmiddelen, zoals een fietshelm en spiegels, essentieel.
De oudere voetganger
Onlangs noemde collega Branko Olij de voetganger een vergeten groep[*]. Jaarlijks belanden meer dan 20.000 voetgangers op de SEH na een ongeval. Vooral ouderen vormen een kwetsbare groep. Olij: “Bij ouderen zien we een duidelijk verband tussen leeftijd, mobiliteit en valrisico. Hoe ouder iemand wordt, hoe groter de kans op een val, zeker als ze meer buitenshuis bewegen. En het letsel dat daarbij ontstaat, is vaak ernstig en langdurig.” Bijna 60 procent van de voetgangers ervaart twee maanden na een ongeval nog klachten, en 10 procent verwacht dat deze blijvend zijn.
Door de toenemende vergrijzing blijft het aantal voetgangersongevallen waarschijnlijk stijgen. Preventie van voetgangersongevallen vraagt om een integrale aanpak, waarin zowel de inrichting van de openbare ruimte, het gedrag van voetgangers als hun fysieke gesteldheid worden meegenomen. Interventies die het bewustzijn van ouderen over valrisico’s vergroten en hen stimuleren om regie te nemen, bieden veel potentie. In dit kader is de interventie ‘Zeker blijven lopen!’ ontwikkeld: een aangepaste versie van de Amerikaanse groepsinterventie ‘Stroll Safe’, gericht op gedragsverandering en veilig buitenshuis lopen. De pilot werd in het najaar succesvol uitgevoerd in twee gemeenten. Op basis van de positieve resultaten wordt in 2025, samen met landelijke stakeholders, gewerkt aan structurele implementatie en financiering.
Wat vraagt dit van de verkeerskundige van de toekomst?
De overheid stimuleert zelfredzaamheid en langer zelfstandig thuiswonen. Met het voorgaande in ons achterhoofd neemt de urgentie toe om senioren te helpen om actief te blijven deelnemen aan het verkeer; op de fiets, te voet of met een hulpmiddel.
Wat is er vervolgens nodig? Ten eerste is het belangrijk dat verkeerskundigen beschikken over accurate en continue data over de omvang, locatie en toedracht van ongevallen. Vervolgens is een integrale aanpak nodig. Deze bestaat uit:
voorlichting en gedragsinterventies, kwaliteitsborging en regelgeving voor de voertuigen, gebruik van hulpmiddelen zoals een fietshelm en verbeteringen in de infrastructuur. Zo blijven ouderen veilig, zelfstandig en met vertrouwen mobiel.
Meer weten? veiligheid.nl/verkeer en volg: https://www.linkedin.com/company/veiligheidnl/.