In de afgelopen 25 jaar is de gemiddelde reistijd per fiets licht gestegen, terwijl de gemiddelde reistijd over alle vervoerswijzen juist met tien procent is gedaald. Dat blijkt uit recent onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) naar de ontwikkeling van reistijden.
We reizen korter, maar fietsen meer

Foto: Shutterstock
Bestaat de BREVER-wet echt?
Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) onderzocht of de zogeheten BREVER-wet – de stelling dat mensen per dag ongeveer evenveel tijd aan reizen besteden – standhoudt. Daarvoor analyseerde het KiM 25 jaar aan reistijddata, waarbij de coronajaren grotendeels buiten beschouwing bleven. De conclusie: de wet gaat op op landelijk niveau, met een bandbreedte van 60 tot 80 minuten reistijd per persoon per dag. Zoom je in op leeftijd, motief of modaliteit, dan blijken de verschillen echter groot.
Gemiddelde reistijd omlaag
Tussen 1999 en 2019 daalde de gemiddelde reistijd met tien procent, van 80 naar 72 minuten per dag. In de twee decennia daarvoor was juist een lichte stijging zichtbaar. De daling komt vooral doordat Nederlanders minder ritten per dag maken, terwijl de lengte van die ritten gelijk bleef. Doordat de gemiddelde snelheid iets toenam, bleef de afgelegde afstand vrijwel constant. In 2023 lag de reistijd nog lager, mogelijk een na-effect van de coronapandemie.
Leeftijd en geslacht
De sterkste daling deed zich voor bij jongeren tot 40-50 jaar. Zo nam de reistijd van 18- tot 24-jarigen af van 95 naar 79 minuten per dag, terwijl 70-plussers juist van 49 naar 56 minuten stegen. Voor 50- tot 65-jarigen bleef de reistijd gelijk. Het verschil tussen mannen en vrouwen van 30-59 jaar is nagenoeg verdwenen: mannen reizen tegenwoordig korter, terwijl vrouwen langer onderweg zijn. Onder jongeren (18-24) geldt inmiddels het omgekeerde: vrouwen reizen meer dan mannen.
Modaliteiten
Autobestuurders besteden al jaren ongeveer evenveel tijd aan reizen, terwijl autopassagiers juist minder lang onderweg zijn, vooral door minder ritten. De trein liet tot de pandemie een stijgende lijn zien, in tegenstelling tot bus, tram en metro. De fietstijd nam licht toe doordat minder ritten werden gemaakt, maar de ritten gemiddeld langer werden. Opvallend is de daling van de looptijd onder scholieren (6-18 jaar).
Motieven
Reizen voor werk nam licht toe, onderwijs bleef stabiel. Vrije tijd, winkelen en overige activiteiten lieten juist een daling zien. Tijdens de coronajaren daalde de reistijd voor bijna alle motieven sterk; het is nog de vraag of dat blijvend effect heeft.
Publicatie
Voor De BREVER-wet onder de loep gebruikte het KiM data van CBS, het Mobiliteitspanel Nederland en het Tijdsbestedingsonderzoek.