Onderzoekers van de University of Washington hebben een sensor voor op een fietsstuur ontwikkeld die meet wanneer een passerende auto te dicht bij een fietser langs gaat. Met deze data is op een objectieve manier inzichtelijk te maken welke fietsroutes veiliger zijn dan andere.
Uit een enquête onder 389 inwoners van Seattle, met verschillende niveaus van fietservaring, bleek dat het risico van een aanrijding met een auto de factor was die hen het meest ontmoedigde om de fiets te pakken. Als er een kaart met veilige routes zou bestaan, gaven ze aan dat ze die waarschijnlijk wel wilden gebruiken.
Sensor
De onderzoekers ontwikkelden een sensor, ProxiCycle, voor montage op het linkerdeel van het stuur. De sensor verstuurt met een bluetooth antenne de data naar een mobiele telefoon. Een applicatie op de mobiele telefoon maakt dankzij een algoritme onderscheid tussen passerende auto’s, andere fietsers of objecten (zoals een boom). Wanneer een auto de fietser op minder dan 1,2 meter afstand inhaalde werd dit geteld als een onveilige passage.
Objectieve veiligheid
Vervolgens fietsten 15 vrijwilligers twee maanden lang met de ProxiCycle in Seattle. Zij legden in 240 ritten 2.050 te krappe passages van auto’s vast. De locaties van deze passages werden met het gevoel van veiligheid van de fietsers op die locaties en met gerapporteerde aanrijdingen tussen auto’s en fietsers op die locaties in de afgelopen vijf jaar vergeleken. De resultaten tonen een sterke correlatie met historische ongevalslocaties en veiligheidsbeleving. De onderzoeksdata bleken een betere indicator van de objectieve veiligheid – het werkelijke aantal ongevallen – dan het gevoel van veiligheid, een maat die beleidsmakers nu vaak gebruiken bij gebrek aan objectieve verkeersveiligheidsdata.
Veilige fietsroutes
In de toekomst willen de onderzoekers de dataverzameling uitbreiden en ook andere risicofactoren in kaart brengen. Met voldoende data is het voor apps zoals Google Maps en Strava mogelijk veilige routeopties voor fietsers te geven.