Bernd van Kooten is student Automotive Engineering aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Zijn passie voor techniek en autodesign bracht hem naar deze studie, maar zijn visie op mobiliteit is kritisch en doordacht. In dit vraaggesprek vertelt hij over zijn studiekeuze, zijn kijk op autobezit en -gebruik en over zijn verwachtingen voor de toekomst van mobiliteit.
‘Samen reizen moet een comeback maken’

Waarom heb je voor Automotive Engineering gekozen?
“Automotive trok mij aan omdat ik al lange tijd met techniek bezig wilde zijn en auto’s mij bijzonder interesseerden. Ik heb altijd al dingen willen ontwerpen en zodoende heb ik mij voor Automotive ingeschreven.”
Hoe kijk je aan tegen autogebruik en -bezit in het algemeen?
“Ik ben er in de afgelopen jaren steeds kritischer op geworden. Ik denk dat Nederland voor veel landen al een goed voorbeeld is van een goede infrastructuur voor fietsen, maar er is daar nog genoeg winst te behalen in mijn optiek. Zo denk ik dat de manier waarop een groeiende welvaart evenredig is met een groeiend aantal auto’s op de oprit niet de juiste koers is. Autogebruik op zich is al iets wat in grotere mate verminderd mag worden, door: lokaler te leven, meer te investeren in het ov of strengere omgang met de bereikbaarheid van bepaalde plekken. Autobezit is naar mijn mening een nog groter probleem. Een auto is snel vervangen en een nieuwe auto is een statussymbool voor velen.”
“Ikzelf bezit bewust een Renault Twingo uit 2002, een relatief goedkope en zuinige auto. Hij komt redelijk mee met het verkeer en ik heb ruimte om vier volwassenen comfortabel mee te nemen, of in plaats daarvan een halve bestelbus aan spullen, plus een bijrijder. Voor mij is deze auto een goed voorbeeld van duurzamer autobezit. Het is voor mijn levensstijl ruim genoeg. Natuurlijk is er een balans tussen nieuwe, innovatieve veiligheidsfuncties en degelijke, minder intelligente voertuigen die al even meegaan. Toch zal ik de meeste mensen aanraden om tweedehands auto’s te kopen; vooral sinds ik in het achterliggende jaar meer heb geleerd over de energiekosten voor de productie van één nieuwe auto.”
En wat vind je van de elektrificatie van het wagenpark?
“Ik denk dat het halsoverkop vervangen van benzinevoertuigen met elektrische voertuigen niet de oplossing is. Het belangrijkste punt is het terugdringen van privaat autogebruik, op welke manier dan ook. Samen reizen moet een comeback maken, vind ik.”
Hoe zie je de toekomst van mobiliteit voor je?
“Ik hoop en verwacht dat er een punt zal komen waarop onze samenleving het toestaat en normaal gaat vinden om dichter bij huis te blijven voor werk, vakanties en spullen. Dan zal er makkelijker kunnen worden gegrepen naar fietsen voor dichtbij, deelauto’s voor de grote klussen en treinen voor de verre uitstapjes. Als het gaat over vrachtverkeer zie ik de dieselmotor het nog wel even volhouden. Logistiek gezien zijn elektrische bestelbussen en concepten als supermarkt Picnic, mooie voorbeelden van duurzame oplossingen die mogelijk worden door de mate waarin we data kunnen verzamelen en gebruiken.”
Welke ontwikkelingen moeten we in de gaten houden?
“Deelmobiliteit lijkt mij een goede richting voor veel soorten vervoer, vooral de auto en voertuigen die gebruikt worden om spullen te vervoeren. En, puur esthetisch, vind ik het - als iemand die van auto’s ging houden om de ontwerpen van vroeger - erg leuk dat meer fabrikanten dit erkennen en ze in een modern jasje opnieuw maken. Denk aan de Renault 5 of de Volkswagen ID. Buzz. Het is weliswaar niet zo rijk aan charme als de originele voertuigen, maar toch is het een leuke trend. Ik vind het daarentegen wel zorgwekkend dat auto’s in de afgelopen decennia zoveel groter zijn geworden. Hoewel auto’s in hun kleine functies vaak erg efficiënt zijn geworden, zijn ze dit in hun formaat absoluut niet.”
Tot slot: wat vind je van micromobiliteit?
“Ik heb wat ervaring opgedaan in de Amsterdamse microcar-markt, met de Eli Zero en de Aixam Mega. Ik denk dat de elektrische microcar een absoluut luxeproduct is. In een Nederlandse stad waarin het ov of de fiets te allen tijde een goede optie zijn, is een kleine auto een echte gemaksoplossing. Toch denk ik wel dat in veel gevallen voertuigen een stuk kleiner kunnen. Bijvoorbeeld auto’s die door maar één of twee personen worden gebruikt en maar zelden echt volledig worden benut. Ik denk dat Nederland in veel opzichten - ook buiten de mobiliteit - de échte impact van een product vaak over het hoofd ziet. Ik denk dat mobiliteit in de meeste gevallen meer micro kan, of juist groter en gezamenlijk.”