Natuurparken bieden een welkome ontsnapping aan de hectiek van alledag. Tegelijkertijd tast de groeiende populariteit van natuurtoerisme de kwaliteit van dezelfde natuur aan door de toename van verkeersopstoppingen, luchtvervuiling, geluidsoverlast en parkeerproblemen. Binnen het MONA-project – MOdal shift, routing and nudging solutions in NAture areas – zijn de huidige uitdagingen en kansen omtrent duurzame bezoekersstromen van acht natuurparken in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk in beeld gebracht.
Duurzame bereikbaarheid van natuurgebieden: balanceren tussen toerisme en natuurbehoud

Foto: Shutterstock
Inventarisatie van de huidige situatie
De inventarisatie was gestructureerd rond een viertal thema’s: 1) de algemene kenmerken van de parken, 2) de bezoekersprofielen, 3) de multimodale bereikbaarheid en, 4) de inventarisatie van uitdagingen en kansen rondom duurzame bezoekersstromen en draagkracht van de natuur. Om inzicht te krijgen in de uitdagingen en kansen voor de toekomst heeft Breda University of applied sciences literatuuronderzoek en bereikbaarheidsanalyses uitgevoerd. Daarnaast zijn interactieve workshopsessies gehouden met stakeholders op de parklocaties.
- Multimodale bereikbaarheid: Een belangrijk aandachtspunt is hoe bezoekers de natuurparken bereiken. Hoewel de nabijheid van grote steden en de toegankelijkheid met de auto voor veel bezoekers aantrekkelijk lijken, blijkt dat het openbaar vervoer doorgaans minder toereikend is. Dat komt omdat het openbaar vervoer traditioneel is ingericht op stedelijke gebieden.
- Uitdagingen en kansen: De inventarisatie bracht zowel de problemen als de mogelijkheden in kaart. Zo kampen de parken met overtoerisme tijdens piekmomenten en hotspots, wat leidt tot congestie en ecologische schade, terwijl er op het gebied van duurzame mobiliteit en bezoekersmanagement nog volop ruimte is voor verbetering.
Variatie in functies en spanningen tussen bezoekers en stakeholders
De natuurparken blijken erg divers en omvatten naast natuur vele andere functies. Zo spelen stedelijke invloeden en agrarische elementen een rol naast beleving van natuur, cultuur en (soms) recreatie. De parken trekken dan ook een breed scala aan bezoekers. Van eco-toeristen, gezinnen en sporters tot lokale recreanten; wandelen en het genieten van de natuur vormen vaak de basis van de bezoekerservaring, die bovendien vaak wordt gecombineerd met een bezoek aan horecagelegenheden. Door de diversiteit van groepen en wensen is het managen van bezoekersstromen een complexe opgave: hoe kan men de uiteenlopende belangen van verschillende type bezoekers en stakeholders – van ecologen tot recreanten – in evenwicht brengen?
Overmatige afhankelijkheid van de auto en beperkte OV-opties
Een belangrijk probleem dat bij alle parken nadrukkelijk in beeld kwam, is het overmatig gebruik van de auto. In veel parken leidt dit tot piekdrukte op populaire toegangswegen en parkeerterreinen. Het gebrek aan alternatieve, duurzame vervoersmiddelen speelt hierbij een cruciale rol. Het openbaar vervoer is vaak niet optimaal afgestemd op de bereikbaarheid van de buitengebieden. De traditionele focus op stedelijke knooppunten resulteert in beperkte en vaak onregelmatige OV-diensten buiten de steden. Dit wordt duidelijk geïllustreerd aan de hand van de Loonse en Drunense Duinen: terwijl met de auto grote steden binnen 30 tot 60 minuten te bereiken zijn, is de bereikbaarheid per openbaar vervoer aanzienlijk beperkter (figuur 1). De Groene bushalte in Loon op Zand kan vanuit onder meer vanuit Tilburg, Sprang-Capelle en Kaatsheuvel binnen 30 minuten worden bereikt maar vanuit andere locaties duurt dit al snel een uur of meer. Duidelijk is ook dat de bereikbaarheid per openbaar vervoer ruimtelijk veel selectiever is in vergelijking met de autobereikbaarheid omdat het met name bereikbaarheid biedt langs de grotere gebundelde assen van het openbaar vervoer.
Fietsen als duurzame schakel
Aangezien ongeveer 60 procent van de bezoekers uit de directe omgeving van de natuurparken komt, ligt er een grote potentie voor alternatieve vervoerswijzen zoals de fiets. Fietsen – eventueel in combinatie met het openbaar vervoer – draagt niet alleen bij aan een beter milieu, maar bevordert ook een gezondere en meer ontspannen beleving van de natuur. Analyse van de bereikbaarheid toont aan dat veel gemeenten rondom de parken binnen 15 tot 30 minuten per fiets bereikbaar zijn (zie figuur 2), waardoor fietsen een haalbare optie is voor talloze recreanten.
Deze inzichten benadrukken de kansen om de fietsvoorzieningen en faciliteiten verder te verbeteren, eventueel in samenhang met het openbaar vervoer. Dit vraagt echter om een mentaliteitsverandering, aangezien mensen momenteel nog niet vaak kiezen voor een combinatie van fietsen en wandelen in de natuur. Het actief promoten van deze geïntegreerde mobiliteitsoplossing, gecombineerd met veilige en toegankelijke stallingsvoorzieningen, lijkt daarom een veelbelovende strategie voor de toekomst.
Interventies en kansen voor de toekomst
Binnen het MONA-project worden diverse interventies ontwikkeld om de duurzame bereikbaarheid te bevorderen. Voorbeelden hiervan zijn:
- Pendeldiensten en groene bushaltes: Door extra en gerichte openbaarvervoeropties te creëren, kan de druk op de wegen verminderd worden.
- Fietsinfrastructuur: Het aanleggen van veilige en aantrekkelijke fietspaden en het faciliteren van deelfietssystemen biedt een alternatief voor de auto.
- Zonering en digitale hulpmiddelen: Gerichter bezoekersbeheer kan piekdrukte bij populaire hotspots verminderen. Door gebruik te maken van digitale hulpmiddelen en duidelijke informatievoorziening, kunnen bezoekers beter worden gestuurd naar minder drukke ingangen of alternatieve bestemmingen.
- Verbetering van bezoekersfaciliteiten: Het upgraden van bestaande faciliteiten en het verbeteren van de toegankelijkheid van informatie draagt bij aan een betere bezoekerservaring en helpt conflicten te voorkomen.
- Ontwikkeling van alternatieve recreatiegebieden: Rondom de Loonse en Drunense Duinen wordt hiervoor bijvoorbeeld ingezet op de ontwikkeling van Landschapspark Pauwels als aantrekkelijk alternatief. Uiteraard kunnen we ook de natuur dichterbij brengen door de ontwikkeling van stadsnatuur binnen onze steden zodat de druk op populaire parken enigszins kan worden afgevangen.
Het vervolg: Monitoring en doorontwikkeling
In de komende jaren zullen de natuurparken concrete maatregelen treffen om de duurzame bezoekersstromen te verbeteren. Om de impact hiervan te bepalen hebben onderzoekers van BUas en KU-Leuven een monitoring framework ontwikkeld. Door middel van telapparatuur en enquêtes wordt de effectiviteit van de ingevoerde interventies nauwgezet in beeld gebracht. Dit zal bijdragen aan de ontwikkeling van effectieve maatregelen om onze kwetsbare natuur te behouden zodat toekomstige generaties ook volop kunnen genieten van de rust en schoonheid van onze natuurgebieden.