‘Ons werk moet een hoger doel dienen’

maandag 26 mei 2025

Foto: Mobycon

In deze rubriek, ‘de verkeerskundige van de toekomst’, werpen we een blik naar de toekomst. Hoe ziet de verkeerskunde er dan uit, en wat is nodig om te zorgen voor een gezond werkveld? Deze keer de visie van Alex Roedoe, adviseur bij Mobycon.

Als verkeerskundige moeten we nog beter nadenken over de vraag waar we het voor doen, stelt Roedoe. “Draagt mijn oplossing bij aan het meer volwaardig deelnemen van alle mensen aan de maatschappij, aan meer welzijn?Verkeerskunde lijkt soms een vakgebied van harde cijfers, kencijfers en V85-snelheden, maar dat is maar een ondergeschikt deel van het verhaal. We moeten niet alleen denken in problemen die we moeten oplossen, maar ons ook afvragen hoe we bijdragen aan de (beleids)doelstellingen die we hebben. Ons werk moet een hoger doel dienen. We sturen nu bijvoorbeeld wel veel meer op welzijn en op het voorkomen van mobiliteitsarmoede; dat zijn nieuwe aspecten waar we vroeger veel minder mee bezig waren. Neem als concreet voorbeeld de richtlijnen over doorstroming op kruispunten en rotondes. Daar staan cijfers, maar uiteindelijk is het een beleidskeuze hoe goed je de auto wilt faciliteren - daar kunnen we ook ándere keuzes in maken.”

Data: niet de plank misslaan

Als verkeerskundigen maken we steeds meer gebruik van data, stelt Roedoe. “Dat is prachtig, maar je moet data wel op de juiste manier gebruiken, anders kun je de plank ook vreselijk misslaan. De meest gemaakte, klassieke fout is toch nog steeds om correlatie en causaliteit door elkaar te halen. Om echt goede uitspraken 
te doen over oorzaak en gevolg heb je nog veel meer statistische kennis nodig. Ik weet niet of de verkeerskundige dat altijd zelf in huis moet hebben, je kunt er natuurlijk altijd nog specialisten voor inschakelen. Het is wel heel belangrijk om je daarvan bewust te zijn.”

Leren van andere disciplines

Roedoe vervolgt: “Ik denk dat gedragswetenschappen erg belangrijk zijn voor de verkeerskunde. Hoe mensen zich verplaatsen en welk gedrag ze daarbij vertonen is maar ten dele bepaald door de vervoermogelijkheden en infrastructuur die wordt aangeboden. We kunnen en moeten op het gebied van infrastructuur nog heel veel verbeteren, maar om mensen echt het gewenste gedrag te laten vertonen, is juist meer begrip nodig van aspecten die buiten de verkeerskunde liggen.” 

Alles wat mensen doen wordt in belangrijke mate bepaald door andere zaken dan infrastructuur, stelt Roedoe. “Ik hoor vaak dat gedrag en communicatie belangrijker zijn dan infrastructuur, maar infrastructuur heeft ook weer invloed op gedrag. We moeten niet alleen de focus op communicatie en gedrag leggen. We komen uiteindelijk wél op een punt waar de infrastructuur echt op orde is, maar waar toch nog een groot deel verkeersonveiligheid resteert. Dan moeten we sturen op gedrag en voorkomen dat mensen met de verkeerde attitude de weg op gaan. Maar zover zijn we op dit moment nog niet. Er schort nog veel aan de infrastructuur.“

Doen wat belangrijk is

“Ook moeten we afstappen van de gedachte dat we altijd maar meer moeten doen, verder moeten reizen en sneller moeten gaan. In plaats daarvan moeten we bewustere keuzes maken: minder doen en juist datgene wat echt belangrijk is. Minder verplaatsen, dichter bij huis blijven en een lager tempo aanhouden.” Het zal niet eenvoudig zijn om deze boodschap te laten landen, erkent Roedoe. “Want we zitten al decennialang in een patroon van steeds meer en steeds sneller. Maar wat is nu werkelijk belangrijk voor het individu en de maatschappij? Moeten we niet juist kiezen voor nabijheid en een rustiger tempo?”

Snelweg

“Op dit moment zitten we op een soort snelweg waar alles draait om méér, sneller en grotere afstanden - maar dit is een doodlopende weg. We hebben dus echt een andere mindset nodig in mobiliteit. Mensen klagen over files, toch stappen ze elke dag in de auto voor een rit van anderhalf uur. Is dat eigenlijk wel de juiste keuze?”

Roedoe ziet veel in het concept van de 15-minutenstad en de gedachte dat langzamer rijden vaak juist efficiënter is. “In Spanje - waarik een tijdje heb mogen werken - zie je een ander tempo in het leven en in het verkeer; rustiger en bewuster. Natuurlijk doen we in Nederland veel dingen beter, maar op dat gebied kunnen we zeker nog iets leren. Misschien wordt het tijd om ook hier te kiezen voor een meer ontspannen manier van verplaatsen.”

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief