Slimme fasering met DDI

In de wereld van tijdelijke verkeersmaatregelen staat Traffic & More bekend als een innovatieve speler. Robin Berendsen, operationeel directeur, en Kevin van Daatselaar, projectleider, zijn samen verantwoordelijk voor een succesvolle uitvoering van complexe verkeersfaseringen. Met hun unieke ervaring in Nederland met het toepassen van Diverging Diamond Interchange (DDI) laten ze zien dat tijdelijke oplossingen niet alleen veiliger, maar ook efficiënter kunnen zijn.

Van bordjesverhuur naar integraal verkeersmanagement

Berendsen begon in 2009 met Traffic & More, samen met vier collega’s afkomstig van Heijmans Verkeerstechniek. Hun doel: de kwaliteit van verkeersmaatregelen in Nederland naar een hoger niveau tillen. Inmiddels is Traffic & More uitgegroeid tot een toonaangevend bedrijf op het gebied van tijdelijke verkeerstechniek, met een sterke focus op maatwerkoplossingen en veiligheid. Naast de traditionele verhuur van borden biedt het bedrijf tegenwoordig een breed scala aan diensten, waaronder verkeersmanagement en ondersteuning bij aanbestedingen en uitvoering.

De kracht van DDI in tijdelijke faseringen

DDI is een relatief nieuw kruispuntontwerp in Nederland, waarbij de rijrichtingen op een kruispunt tijdelijk van kant wisselen. Hierdoor worden conflicterende rijbewegingen verminderd en neemt de doorstroming toe. Berendsen en Van Daatselaar hebben in Nederland ervaring met drie tijdelijke DDI’s, waarvan de meest recente op de N516 in Zaanstad, die deze zomer wordt opgeleverd. “Bij een normaal kruispunt heb je al snel acht conflictpunten,” legt Van Daatselaar uit. “Bij een DDI zijn dat er slechts twee. Dat maakt een enorm verschil in veiligheid en doorstroming.”

Voor een DDI op de N516 werd gekozen na een uitgebreide variantenstudie in samenwerking met Arcadis aan de hand van een verkeerskundige met behulp van dynamische (VISSIM) verkeersmodellen. Uit de analyses bleek dat een DDI twee keer zo goed scoorde als alternatieven zoals een ovonde of een intelligent kruispunt. “En dat terwijl we te maken hadden met beperkte ruimte en een complexe verkeerspuzzel in Zaanstad,” vult Berendsen aan.

Veiligheid voorop

De ervaringen met DDI zijn positief. Na een korte gewenningsperiode zien Berendsen en Van Daatselaar een duidelijke verbetering in doorstroming en veiligheid. “Bij de eerste DDI, op de A44/N206, was er aanvankelijk verwarring door de hoeveelheid bebording. Sindsdien hebben we geleerd om het ontwerp simpeler en intuïtiever te maken. Dat wil zeggen: minder borden, meer markeringen op de weg en logische zichtlijnen”, zegt Van Daatselaar. In alle drie DDI-projecten zijn uitgebreide verkeersveiligheidsaudits uitgevoerd (VTA3 en CTA4), en is het aantal incidenten opvallend laag gebleven. “We hebben nauwelijks ongevallen gehad”, zegt Berendsen, “dat zegt veel over de effectiviteit van deze oplossing.”

Nadelen en uitdagingen

Toch is een DDI geen wondermiddel. Het aanpassen van de infrastructuur is kostbaar, vooral omdat bestaande wegdekken volledig moeten worden vervangen voor een goede markering. Daarnaast vereist het concept een ‘omdenken’ van weggebruikers, wat in de eerste dagen voor verwarring kan zorgen. “Mensen moeten soms ineens even overstappen op ‘Engels rijden’,” zegt de operationeel directeur. “Daar zit een psychologische drempel. Ook wegbeheerders moeten overtuigd worden. Communicatie speelt hierin een cruciale rol.”

Meer lef in de markt

In tenders neemt Traffic & More de DDI standaard mee in hun trade-off matrix voor met name provinciale aansluitingen op snelwegen. Volgens Berendsen en Van Daatselaar is het tijd dat opdrachtgevers meer lef tonen: “De DDI is geen theoretisch model meer, het is een bewezen oplossing. En ja, het kost wat extra voorbereiding, maar de winst zit in doorstroming, veiligheid en minder hinder voor de weggebruiker.”

De leerervaring van Amstelveen, waar een volledige 3D-simulatie en VR-test voorafging aan de realisatie, heeft veel inzichten opgeleverd. “Dat project was duurder dan begroot, maar nu kunnen we die ervaring gebruiken om nieuwe projecten efficiënter en goedkoper uit te voeren,” zegt de projectleider. “Op de N516 hopen we quitte te spelen, en daarna kunnen we met meer vertrouwen vijf of zes nieuwe projecten aanvliegen.”

Innovaties in tijdelijke verkeerstechniek

De markt voor tijdelijke verkeerstechniek is volop in beweging. Berendsen: “Vroeger zetten we gewoon een rij kegels neer, nu denken we veel meer na over slimme en veilige oplossingen.” Zo ontwikkelde Traffic & More een innovatief rolscherm, het ‘Signscreen’, waarmee verkeersborden op afstand in- en uitwerking kunnen worden gesteld. “Daardoor hoeven mensen niet meer langs de snelweg te staan om borden te draaien. Dat maakt het werk veel veiliger,” aldus Van Daatselaar. Een ander voorbeeld is de ‘Go-Barrier’: een robotachtige barrière die automatisch kan worden verplaatst. “We zetten nu ook multifunctionele ‘slimme kegels’ in die het werk voor wegwerkers lichter maken. Arbotechnisch verantwoord werken wordt steeds belangrijker,” legt de projectleider uit.

Tot slot

Traffic & More laat zien dat tijdelijke verkeerstechniek allang niet meer alleen om borden en kegels draait. Door slimme ontwerpen, innovatieve producten en een sterke focus op veiligheid en doorstroming bewijzen Berendsen en Van Daatselaar dat faseringen anders én beter kunnen. De DDI is daar een sprekend voorbeeld van. “Het vraagt lef en overtuiging, maar de resultaten spreken voor zich,” besluit 
Berendsen.