Handvatten voor fietsstraten buiten de bebouwde kom

woensdag 21 april 2021
Bunnik

Voorbeeld brede fietsstraat in Bunnik

Oproep: Ervaringen kunnen de aanbevelingen aanvullen of bijstellen 

Door: Rico Andriesse, Goudappel, Mark van Gurp, Stan Wolters, CROW-Fietsberaad  

Recent verscheen de CROW-Fietsberaadnotitie ‘Aanbevelingen Fietsstraten buiten de bebouwde kom’. Binnen de bebouwde kom vormen fietsstraten inmiddels een bekende inrichtingsvorm. Steeds vaker wordt het concept ook buiten de bebouwde kom toegepast. Maar daar gelden wel wat andere voorwaarden. Onderzoek door Goudappel in opdracht van CROW geeft handvatten.   

Na een voorzichtige introductie, is de fietsstraat afgelopen jaren in steden en dorpen in Nederland (en daarbuiten) gemeengoed geworden. De fietsstraat biedt de fietser een manier om buiten de drukke verkeersaders door de stad te rijden. Voor de wegbeheerder is de fietsstraat een goede manier om fietsers een duidelijke route aan te bieden op plekken waar de ruimte of noodzaak voor een vrijliggend fietspad ontbreekt. Inmiddels is er voor fietsstraten binnen de bebouwde kom een duidelijke notitie verschenen - op basis van circa 20 jaar proberen en ervaren - met aanbevelingen voor de toepassing en vormgeving van fietsstraten [1]. 

Aanbevelingen buiten de bebouwde kom 
Ook buiten de bebouwde kom is er soms aanleiding om een fietsstraat te overwegen. Op drukke fietsroutes met een beperkte functie voor het autoverkeer zou een fietsstraat meerwaarde kunnen bieden. Deze nieuwe notitie beschrijft aanbevelingen en overwegingen. Aangezien er veel minder ervaringen zijn met fietsstraten buiten de bebouwde kom dan daarbinnen, hebben de aanbevelingen een voorlopig karakter. 

Aanleiding onderzoek   
Fietsstraten buiten de bebouwde kom hebben met andere factoren rekening te houden dan fietsstraten binnen de bebouwde kom. Denk aan andere snelheden en intensiteiten van zowel auto- als fietsverkeer. Ook is er sprake van andere verkeersdeelnemers, zoals bijvoorbeeld landbouwverkeer. Toch kan een fietsstraat ook buiten de bebouwde kom een gewenste optie zijn als bijvoorbeeld de ruimte voor een vrijliggend fietspad ontbreekt. Maar hoe ziet zo’n fietsstraat er dan uit en waardoor zou deze beter werken dan een erftoegangsweg?  

Na een eerste verkenning door Jantina Fekken (afstudeerstage bij CROW [2]) heeft adviesbureau Goudappel, in opdracht van CROW-Fietsberaad, nader onderzoek gedaan naar een aantal fietsstraten in het buitengebied en vergeleek die met vergelijkbare ‘gewone’ wegen [3]. Voor het onderzoek werden camera’s ingezet die het gedrag van fietsers en automobilisten vastlegden, werden weggebruikers naar hun mening gevraagd en werden verkeerstellingen en snelheidsmetingen verricht. 

Snelheid 
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de snelheid van het autoverkeer op fietsstraten buiten de bebouwde kom, lager ligt dan op vergelijkbare niet-fietsstraten. Dat scheelt wel zo’n 10 km/uur. Maar het zou nog lager kunnen, vandaar dat één van de aanbevelingen luidt om een 30 km/uur regime in te stellen waar dat mogelijk is. Dat is niet overal, want in een open landschap kan die snelheid soms ongeloofwaardig laag uitvallen. 

Wat ook opvalt is dat er over het algemeen voorzichtiger wordt ingehaald. Dat geldt zeker als er een middenstrook ligt. Daarentegen kan zo’n middengeleider op een fietsstraat ook hinder opleveren bij medegebruik van bijvoorbeeld voetgangers, ruiters of veel snelle fietsers. Ook veel vracht- en landbouwverkeer kan ervoor zorgen dat het oordeel van fietsers negatiever uitpakt. Het is een reden om zo’n fietsstraat in ieder geval niet aan te leggen op een hoofdnet landbouwverkeer. 

Omslagpunt intensiteiten 
Fietsers vinden zo’n fietsstraat prettiger, zolang er niet teveel autoverkeer op zit. Rond de 1000 mvt/etmaal ligt ongeveer het omslagpunt. Daarboven zakt het rapportcijfer onder de 7. Aanbevolen wordt daarom om boven de 1000 mvt/etmaal, bij een minimale breedte van 4,80 meter, af te zien van een fietsstraat. Is die minimale breedte er niet, dan zou een intensiteitsgrens gelden tot 500 mvt/etmaal. 

Deze aantallen liggen overigens beduidend lager dan de maxima die de richtlijnen noemen voor erftoegangswegen type 2, de wegen die in principe in aanmerking komen om te worden ingericht als fietsstraat. Ook liggen ze lager dan de richtlijnen aangeven voor een fietsstraat binnen de bebouwde kom. 

Vormgeving 
Een fietsstraat zou, net als fietsstraten binnen de bebouwde kom, voor de herkenbaarheid eigenlijk altijd in roodasfalt moeten worden uitgevoerd. Het liefst met opvallende bermverharding aan de zijkanten (en eventueel de middenstrook) en zonder lengtemarkering. Ook een fietsstraat-bord helpt ‘enigszins’, zo blijkt uit de onderzoeksresultaten. 

Ervaringen en reacties 
In de toekomst zullen ongetwijfeld weer nieuwe inzichten ontstaan die nopen tot bijstelling van deze voorlopige aanbevelingen. De onderzoekers nodigen wegbeheerders dan ook uit hun ervaringen met fietsstraten buiten de bebouwde kom te delen, zodat de (voorlopige) aanbevelingen aangevuld en, indien nodig, bijgesteld kunnen worden.  

Reacties
Reacties op de aanbevelingen Fietsstraten buiten de bebouwde kom [4] kunt u sturen naar fietsberaad@crow.nl 

 
Referenties:

1. Fietsberaadnotitie: https://www.fietsberaad.nl/Kennisbank/Fietsberaadnotitie-Fietsstraten-buiten-de-bebouwde 

2. Stageonderzoek Jantina Fekken (NHL Stenden) voor CROW naar Fietsstraten buiten de bebouwde kom: Fietsstraten buiten de bebouwde kom 

3. Onderzoeksrapport: https://www.fietsberaad.nl/Kennisbank/Onderzoeksrapportage-Fietsstraten-buiten-de-bebouw 

4. Fietsberaadnotitie binnen de bebouwde kom: https://fietsberaad.nl/Kennisbank/Fietsberaadnotitie-Aanbevelingen-fietsstraten-binn 


 

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Als VVN verkeerskundige ben ik betrokken bij de herinrichting van de parallelweg N 337 tussen Zwolle en Olst als fietsstraat. Het overgrote deel ligt buiten de bebouwde kom. Tegen de herinrichting als fietsstraat ben ik blij, tegen het handhaven van een max. Snelheid van 60 km/u echter niet. In de media heeft de provincie het over “ veiliger maken voor de fietsers”! Op mijn vraag wat de argumenten zijn om geen 30 km/ als max.snelheid in te stellen wordt verwezen naar publicatie met de woorden “het mag” dus doen we het!
Ik heb hier grote moeite mee, temeer omdat ik de argumenten niet begrijp om 60 in te stellen terwijl dit in het belang van de fietsers zou zijn. Heel veel scholieren maken per fiets gebruik om naar en van de scholen in Zwolle te gaan; op bepaalde wegvakken is sprake van intensief landbouwverkeer dat max. 40 km mag rijden. 60 km zal uitnodigen om in ieder geval de max. Snelheid die dikwijls hoger is dan 40 te gaan rijden. Dit vraagt om ongevallen met fietsers. Het SPV gaat uit van het “voorkomen van ongevallen”. Dat is al een grote opgave in huidige situaties en nu maak je daar als wegbeheerder geen gebruik van bij het inrichten als fietsstraat!
Ik heb daar als verkeerskundige grote moeite mee en zou graag in uw publicaties nadrukkelijker willen lezen dat slechts in zeer bijzondere omstandigheden , aangeduid met voorbeelden, een hogere max. Snelheid dan 30 km/u wordt aanbevolen.

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.